Motorolie Verversen - Briggs & Stratton 90000 Manual Del Operario

Ocultar thumbs Ver también para 90000:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 39

Motorolie verversen

Zie afbeelding: 9, 10, 11, 12
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers,
worden zeer heet.
Er kunnen bij aanraking ernstige brandwonden optreden.
Wanneer u de olie aftapt uit de bovenste olievulbuis moet de brandstoftank leeg zijn,
anders kan er brandstof lekken, wat kan leiden tot brand en explosie.
Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct dat op de juiste manier moet worden afgedankt.
Voer het niet af met het huishoudelijk afval. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten, het
servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer-/recyclingbedrijven.
Olie aftappen
U kunt de olie aftappen via het onderste aftapgat of vanuit de bovenste olievulbuis.
1.
Ontkoppel de bougiekabel (D, afbeelding 9) terwijl de motor uitgeschakeld maar nog
wel warm is, en zorg ervoor dat de kabel niet in de buurt van de bougie (E) komt.
2.
Verwijder de olieaftapplug (F, afbeelding 10). Laat de olie in een goedgekeurde bak
stromen.
Opmerking: In de motor is een van de olieaftappluggen (G, afbeelding 10) geïnstalleerd.
3.
Als de olie is afgetapt, plaats de olieaftapplug (F, afbeelding 10) en draai deze vast.
4.
Als u de olie aftapt via de bovenste olievulbuis (C, afbeelding 11), houd dan de motor
omhoog aan de kant waar de bougie (E) zich bevindt. Laat de olie in een
goedgekeurde bak stromen.
WAARSCHUWING
Wanneer u de olie aftapt uit de bovenste olievulbuis moet de brandstoftank leeg zijn,
anders kan er brandstof lekken, wat kan leiden tot brand en explosie. Als u de
brandstoftank wilt legen, laat u de motor lopen totdat deze door gebrek aan brandstof
stopt.
Olie bijvullen
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied.
Zie het deel Specificaties voor de oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 12) en veeg deze af met een schone doek.
2.
Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, afbeelding 12). Vul niet te
veel bij. Wacht na het bijvullen één minuut en controleer dan het oliepeil.
3.
Zet de peilstok (A, afbeelding 12) terug en zet deze vast.
4.
Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is correct als het bovenaan
bij de indicator voor vol (B, afbeelding 12) op de peilstok staat.
5.
Zet de peilstok (A, afbeelding 12) terug en zet deze vast.
6.
Sluit de bougiekabel (D, afbeelding 9) aan op de bougie (E).
Onderhoud aan het luchtfilter
Zie afbeelding: 13, 14
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (indien
aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig ) is verwijderd.
76
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen zijn
ook uitgerust met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en hergebruikt.
Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw motor is gemonteerd
en voer onderhoud op basis daarvan uit.
1.
Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 13, 14) los.
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 13, 14).
3.
Verwijder de bevestiging(en) (E, Afbeelding 14) (indien aanwezig).
4.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het voorfilter (D, Afbeelding 13, 14)
en het filter (C) voorzichtig uit de houder van het luchtfilter te halen.
5.
Tik het filter (C, Afbeelding 13, 14) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los
te maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
6.
Verwijder het voorfilter (D, Afbeelding 13, 14) uit het filter (C).
7.
Was het voorfilter (D, Afbeelding 13, 14) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel.
Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het voorfilter.
8.
Monteer het droge voorfilter (D, Afbeelding 13, 14) op het filter (C).
9.
Installeer het filter (C, Afbeelding 13, 14) en het voorfilter (D). Zorg dat het filter stevig
op de houder voor het luchtfilter is geplaatst.
10.
Zorg ervoor dat de pakking (F, Afbeelding 14), indien aanwezig, op de juiste plaats
zit onder het filter (C). Zet het filter (C) vast met de bevestiging(en) (E), indien
aanwezig.
11.
Plaats het deksel (B, Afbeelding 13, 14) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud brandstofsysteem
Zie afbeelding: 15
WAARSCHUWING
brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk.
Voordat u het brandstoffilter reinigt of vervangt, moet u eerst de brandstoftank
aftappen of de brandstofafsluitklep dichtdraaien.
Wanneer er brandstof is gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat
u de motor start.
Vervangingsonderdelen moeten hetzelfde zijn en op dezelfde plaats worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen.
Benzinefilter (waar aanwezig)
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, Afbeelding 15) gaat reinigen of vervangen, moet
u eerst de brandstoftank aftappen of de brandstofkraan dichtdraaien. Anders kan er
brandstof lekken en brand of ontploffing veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, Afbeelding 15) op de klemmen (C) samen met een tang en schuif
de klemmen daarna weg van de brandstoffilter (A). Trek de brandstofleidingen (D)
draaiend van het brandstoffilter af.
3.
Controleer de brandstofleidingen (D, Afbeelding 15) op barsten of lekkage. Vervang
deze waar nodig.
4.
Vervang het brandstoffilter (A, Afbeelding 15) door een origineel vervangingsfilter.
5.
Zet de brandstofleidingen (D, Afbeelding 15) vast met de klemmen (C), zoals
weergegeven.
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers,
worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
BRIGGSandSTRATTON.com

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

100000

Tabla de contenido