5.1 Plaat voor tweede ventilatieopening
Kooltjesset:
Als u de product wenst te gebruiken met de kooltjesset moet de
tweede ventilatieopening (A) verwijderd worden.
5.2 Ontluchtingsvermindering (afb. 4)
Het ventilatiesysteem beïnvloedt de vlam in de haard. Daarom
is het noodzakelijk om de toevoer van lucht te verminderen door
middel van het installeren van de ontluchtingsverkleiner als de
hoogte meer dan 700 mm is (met behulp van de ombouwkit).
Montage van de ontluchtingsverkleiner
•
Schroef de twee schroeven los waar de keerplaat mee vastzit
(A).
•
Trek de keerplaat naar voren, haak de uitsteeksels los en trek
de plaat naar buiten.
•
Monteer de ontluchtingsverkleiner met de twee
plaatschroeven uit de ombouwkit (afb. 2) op de hoogte
waar de kap gemonteerd moet worden. NB! Volg het
luchtafvoerdiagram om de juiste plaats te bepalen (1-3).
•
Monteer de keerplaat opnieuw.
Montage van de brander kan pas geschieden als het afvoersysteem
aangesloten is en de haard op de juiste plaats staat.
6.0 Het ventilatiesysteem
installeren
Er is een aparte handleiding voor het gebalanceerde
ventilatiesysteem. Zie catalogusnr. 222108.
6.1 De luchttoevoer aanpassen
Als de kap in gebied A afgesloten is (zie fig. 3) moet de
luchttoevoer aangepast worden. Lees de handleiding: De
luchttoevoer aanpassen
6.2 De houtblokken plaatsen
•
Pak de dozen met de houtblokken uit.
•
Volg de aanwijzingen in de bijbehorende handleiding.
•
Zet, na het plaatsen van de blokken, het glazen frame weer
op de juiste plek en bevestig de twee klinken bovenaan de
verbrandingskamer.
Vereiste gasdruk meetpunt (B) is aangegeven in onderstaande tabel:
Gas type
Rechter meetpunt (A
leiding druk
Nat.Gas G20
20 mbar
Nat. Gas G25
25 mbar
LPG G30/G31
30 mbar
7.0 Gasleidingen aanleggen
Laat de aanleg van gasleidingen over aan gekwalificeerde
monteurs. Houd hierbij rekening met van toepassing zijnde
nationale en lokale wetgeving.
He t gasrese r voir LPG moet worde n opge sl agen en
worden aangesloten in overeenstemming met andere
reglementeringen.
Het gasreservoir moet zijn voorzien van een drukregelaar
waarmee de druk tot het juiste niveau wordt verminderd.
(Raadpleeg, alvorens het gasreservoir op de haard aan te sluiten,
de technische gegevens over gastype en -druk). De haard mag
tijdens drukmetingen maximaal worden blootgesteld aan een
druk van 55 mbar (5,5 kPa).
Gasleidingen moeten zijn gemaakt van staal (DIN 2448/1629, DIN
2458/1626, DIN 2440, DIN 2441) of koper (DIN 2110).
Uit praktische overwegingen is het raadzaam om eerst het
schoorsteensysteem te monteren.
•
De gasklep beschikt over een overgangsnippel, een
borgringmoer en een borgring (persfitting) voor een koperen
pijp met een diameter van 8 mm. (meegeleverd met de
conversieset)
•
Alle buisaansluitingen moeten zijn goedgekeurd.
•
De afsluitkraan van de gasleiding moet zijn goedgekeurd.
Gebruik voor alle pijpverbindingen alleen afdichtmiddelen
(tapes) die zijn goedgekeurd.
•
Als alle pijpdelen met elkaar zijn verbonden en op de haard
zijn aangesloten, opent u de gaskraan en steekt u de haard
aan (zie instructies voor het aansteken). Controleer of alle
pijpverbindingen goed zijn afgedicht.
7.1 De gasdruk controleren (Afb. 8)
De juiste gasdruk is van groot belang voor een veilig gebruik van
gas in de haard. Daarom is het belangrijk dat de juiste gasdruk
wordt ingesteld bij het installeren van de haard.
De gasklep is voorzien van drukmeetpunten waarmee de gasdruk
kan worden gecontroleerd. Deze openingen bevinden zich aan
de onder/ rechterzijde van het toestel.
Rechter meetpunt (A): voor gasdruk naar de gasregelklep
(voordruk). Zie technische gegevens.
Linker meetpunt (B): voor gasdruk vanuit de gasregelklep(bran
derdruk).
•
Draai de schroef in het meetpunt open en verbindt de
manometer op de uitlaat. Vergeet niet de schroef weer te
sluiten na meting!
Linker meetpunt (B)
Justeren van het druk
Hoog
Laag
12,5 mbar
3,6 mbar
10,0 mbar
3,6 mbar
19,0 mbar
8,9 mbar
NEDErlaNDs
Warm Linker meetpunt (B) Koud
JJusteren van het druk
Hoog
Laag
12,0 mbar
3,1 mbar
9,5 mbar
3,1 mbar
18,5 mbar
8,4 mbar
49