• Als er een andere verhouding (Ratio)
voor beide reflectoren moet worden
ingesteld, druk dan op de toets
of
om de verhouding tussen bei-
de reflectoren te veranderen.
De instelling die u heeft gedaan wordt
onmiddellijk overgenomen.
In de functies „CAN REMOTE", c.q.
„NIK REMOTE", c.q. „OLY REMOTE"
kunnen bij gebruik van meerdere
slaafflitsers verschillende slaafkana-
len en verschillende slaafgroepen
worden ingesteld (zie paragraaf 4.2)
In de functies „PEN REMOTE", c.q.
„SAM REMOTE", c.q. „SON REMO-
TE". Kunnen bij gebruik van meerde-
re slaafflitsers alleen verschillende
slaafkanalen worden ingesteld (zie
paragraaf 4.2 en de gebruiksaanwij-
zing van de camera). De flitser
ondersteunt het draadloos Sony-
Remote-Systeem in de functies ‚CTRL'
und ‚CTRL ´, afhankelijk van het
+
ingezette camerasysteem. De functies
‚CTRL' en ‚CTRL ' worden automa-
+
tisch herkend. De slaafflitsers werken
altijd in de groep ´RMT´. De opbouw
kan in principe getest worden door
op de camera op de toets ´AEL´te
drukken. Der slaaflitser moet dan
OLY
GrA
met een in tijd vertraagde flits ant-
8:1
woorden.
4.2 Remote-kanaal en
remote-groep instellen
Opdat meerdere remote-systemen in
èèn ruimte elkaar niet storen, staan u
vier onafhankelijke remote-kanalen
(CHANNEL 1 tot 4) ter beschikking.
Master-, c.q. controllerflitser en slaaf-
flitsers die tot hetzelfde remote-
systeem behoren, moeten op hetzelfde
remote-kanaal worden ingesteld.
Bij camera"s van Sony en Pentax
moet „CHANNEL ALL" worden inge-
steld, voor zover er niet in een remo-
te-systeem met vast ingesteld kanaal
wordt gewerkt.
Bij „CHANNAL ALL" worden in prin-
cipe alle ingestelde kanalen aanges-
proken.
In de remote-functies kunnen bij de
kanalen ook nog groepen worden
ingesteld om bewust slaafflitsers van
een bepaalde groep aan te sturen.
De instelling van groepen (GROUP A,
53