031331 MONTAGEHANDLEIDING.
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Demonteer de bumper:
Verwijder aan de achterzijde van de bumper 4 bouten.
Verwijder in de linker en rechter wielkast 3 bouten.
Verwijder aan de onderzijde van de auto 2 bouten.
Verwijder de binnenbumper. Deze komt te vervallen.
3. Maak de uitlaat los en demonteer het hitteschild. (In geval van 2 uitlaten zowel links als rechts.)
4. Maak een uitsparing in de bumper volgens detail 1.
5. Verwijder doppen (1) uit het achterbord zie detail 2.
Boor aan de achterzijde van de auto, waar de binnenbumper vast heeft gezeten, links en rechts een
gat van ø16 (zie detail 2).
6. Monteer steunen "1" en "2" met bouten M10x120, incl. afstandsbusjes "4", carrosserie-, sluit-,
veerringen en moeren t.p.v. de gaten "A" en met bouten M12x90, incl. plaatjes "3" en sluitringen t.p.v. de
gaten "B" en "C".
7. Monteer hoekijzer "5" t.p.v. de gaten "D" met bouten M10x30, incl. sluitringen, veerringen en moeren.
Boor t.p.v. gaten "E" van hoekijzer "5, bij het centergat in de onderzijde van de chassisbalken, een gat
van ø15.
Monteer hoekijzer "5" t.p.v. het geboorde gat.
Plaats onderdeel "6" in de chassisbalken en monteer deze met bouten M10x30 en veerringen t.p.v. de
gaten "E".
8. Monteer afstandbusjes "7" L=51 en afstandsbusjes "8" L=54 t.p.v. de gaten "G" met veerringen en
moeren en t.p.v. de gaten "F" met de bestaande moeren van de binnenbumper.
LET OP: kit de vrijgekomen gaten (detail 2) in het achterbord af.
9. Monteer beugel "10" om het sleepoog van de auto bij de gaten "I" met bouten M10x30 en veerringen.
10. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M10-46Nm
M12-79Nm
11. Monteer de kogel en stekkerdoosplaat "11" bij de gaten "J" met bouten M12x70, veerringen en moeren.
(Aanhaalmoment: M12-79Nm).
12. Herplaats de onder punten 3 en 2 verwijderde onderdelen.
13. Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens gegeven
aanhaalmomenten).
14. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt door de
schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon voor wie hij
aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
031331 MONTAGEANLEITUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen.
Im Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Den Stoßfänger demontieren:
An der Hinterseite des Stoßfängers 4 Schrauben lösen.
Im linken und rechten Radkasten 3 Schrauben lösen.
An der Unterseite des Autos 2 Schrauben lösen.
Den Innenstoßfänger entfernen., dieser wird nicht mehr benötigt.
3. Den Auspuff lösen und das Hitzeschild demontieren.(Wenn 2 Schalldämpfer vorhanden sind, an der
linken und rechten Seite).
4. Einen Ausschnitt im Stoßfänger vornehmen gemaß Detail 1.
5. Die Abdichtungen (1) aus dem Abschlußblech nehmen (siehe Detail 2).
An der Rückseite des Autos, wo der Innenstoßfänger angebracht war, links und rechts ein Loch mit ø16
bohren (siehe Detail 2).
6. Die Stützen "1" und "2" mit Schrauben M10x120, Distanzbuchsen "4", Karosseriescheiben,
Unterlegscheiben, Federringen und Muttern an den Löchern "A" und mit Schrauben M12x90, Platten "3"
und Unterlegscheiben an den Löchern "B" und "C" montieren.
7. Das Winkeleisen "5" mit Schrauben M10x30, Unterlegscheiben, Federringen und Muttern an den Löchern
"D" montieren.
In Bereich der Löcher "E" des Winkeleisens "5", in die Unterseite der Chassisrahmen die angekörnten
Löcher mit ø15 bohren.
Das Winkeleisen "5" an das gebohrte Loch montieren.
Teil "6" in Chassisrahmen legen und mit Schrauben M10x30 und Federrringen and den Löchern "E"
montieren.
8. Distanzbuchse "7" L=51 und Distanzbuchse "8" L=54 mit Federringen und Muttern and den Löchern "G"
und mit den vorhandenen Muttern des Innenstoßfängers and den Löchern "F" montieren.
ACHTUNG: die vorhandenen Löcher (Detail 2) des Abschlußblechs zukitten.
9. Bügel "10" um die Abschleppöse des Autos bei den Löchern "I" mit Schrauben M10x30 und Federringen
montieren.
10. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M10-46Nm
M12-79Nm
11. Die Kugel und die Steckdosenhalteplatte "11" mit Schrauben M12x70, Federringen und Muttern an den
Löchern "J" montieren. (Drehmoment: M12-79Nm).
12. Alle in den Punkten 3 und 2 entfernten Teile wieder montieren.
13. Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
14. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2 N.B.W.)