Descargar Imprimir esta página

Transport; Werkinstructies - Scheppach HBS20 Traducción Del Manual De Instrucciones Original

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 210
zaagband).
3 Draai de zaagband met de hand meerdere keren
rechtsom (met de wijzers van de klok mee) om de
geleidingspennen in de juiste positie te brengen,
beide pennen moeten de zaagband iets aanraken.
4 Haal de bouten (52) weer aan.
8.9 De onderste bandgeleiding uitlijnen
De onderste bandgeleiding bestaat uit:
• een druklager (steunt de zaagband aan de achter-
zijde) en
• twee geleidingspennen (zorgen voor zijdelingse
ondersteuning).
• Lagers en geleidingspennen moeten na elke ver-
vanging van de band of het spoor opnieuw worden
afgesteld.
Let op:
Controleer alle lagers regelmatig op slijtage. Vervang
zo nodig beide geleidingslagers gelijktijdig.
8.9.1 Instelling druklagers (fig. 11)
5 Breng de bovenste bandgeleiding (4) geheel naar
boven.
6 Zo nodig lijnt u de zaagband uit en spant u deze.
7 Draai de spanbout (50) van het druklager (51) los.
8 Stel de druklagerpositie in. (Afstand tussen lager
en zaagband = 0,5 mm). Als de zaagband met de
hand wordt gedraaid, mag deze het lager niet aan-
raken.
9 Haal de druklagerspanbout (50) aan.
8.9.2 Instelling geleidingspen (fig. 12)
1 Draai de schroeven (52) los met een inbussleutel.
2 Druk de geleidingspennen (53) samen (tegen het
zaagblad).
3 Draai de zaagband met de hand meerdere keren
rechtsom (met de wijzers van de klok mee) om de
geleidingspennen in de juiste positie te brengen,
beide pennen moeten het zaagblad iets aanraken.
4 Haal de bouten (52) weer aan.
8.10 Vervangen van het tafelinzetstuk (14)
Het tafelinzetstuk (14) moet worden vervangen als de
sleuf groter wordt of beschadigd raakt.
1 Demonteer hiertoe de tafel van het machineframe
conform 8.1 in omgekeerde volgorde.
2 Verwijder het tafelinzetstuk uit de zaagtafel door
van onderen af deze in te drukken.
3 Plaats het nieuwe tafelinzetstuk.
4 Monteer de tafelplaat aansluitend conform 8.1
8.11 Aan/uit-schakelaar (Fig. 1)
• Door op de groene toets „I" (8) te drukken, kan de
zaagmachine worden ingeschakeld. Voordat u met
zagen begint, wacht u tot het zaagblad het maxi-
male toerental heeft bereikt.
• Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode
knop „0" (8) worden ingedrukt.
• De lintzaagmachine is voorzien van een onder-
spanningsschakelaar. Bij stroomuitval moet de lint-
zaagmachine opnieuw worden ingeschakeld.
Let op!
Bij werkzaamheden aan de machine moeten alle vei-
ligheidsinrichtingen en afdekkingen zijn gemonteerd.
Het bovenste en onderste bandwiel is bekleed door
een vast aangebrachte beveiliging en een bewegen-
de behuizingsdeksel. Bij het openen van het deksel
van de behuizing wordt de machine uitgeschakeld.
Het inschakelen is enkel mogelijk als het deksel ge-
sloten is.

9. Transport

De machine mag alleen aan het frame of het onder-
stel worden geheven en getransporteerd. Voor het
transport mag nooit aan de veiligheidsinrichtingen, de
instelgrepen of de zaagtafel worden geheven.
Tijdens het transport moet de zaagband-veiligheidsin-
richting zich in de onderstand stand en nabij de tafel
bevinden.
Nooit aan de tafel heffen!
Voor het transport moet de machine worden losge-
koppeld van het stroomnet.

10. Werkinstructies

De volgende adviezen zijn voorbeelden voor een
veilig gebruik van lintzaagmachines. De volgende
veilige werkinstructies worden als bijdragen aan de
veiligheid beschouwd, kunnen echter niet voor elk
gebruik geheel op maat zijn, volledig zijn of worden
toegepast. Deze adviezen kunnen niet alle mogelij-
ke, gevaarlijke omstandigheden behandelen en moe-
ten zorgvuldig worden geïnterpreteerd.
• Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet de
machine op een afzuiginstallatie worden aange-
sloten. Voor werkzaamheden in het commerciële
bereik, moet een afzuigmachine worden gebruikt
die voldoet aan de voorschriften voor commerci-
eel gebruik.
• Als de machine buiten bedrijf is, bijv. na afloop van
de werkzaamheden, moet u de zaagband losser
maken. Een overeenkomstige aanwijzing voor het
spannen van de zaagband moet voor de volgende
gebruiker op de machine worden aangebracht.
• Niet gebruikte zaagbanden moeten worden verza-
meld en op een droge plek veilig worden bewaard.
Voor gebruik de banden controleren op defecten
(tanden, scheuren). Defecte zaagbanden niet ge-
bruiken!
• Bij het bedienen van de zaagbanden moeten de
juiste veiligheidshandschoenen worden gedragen.
• Voor aanvang van de werkzaamheden moeten alle
beschermings- en veiligheidsvoorzieningen op de
machine zijn gemonteerd. Reinig de zaagband of
de zaagbandgeleiding nooit handmatig met een
borstel of schraper in de hand bij een draaiende
zaagband. Ingedroogde zaagbanden vormen een
risico voor de werkveiligheid en moeten regelma-
tig worden gereinigd. Voor uw persoonlijke veilig-
heid moeten tijdens de werkzaamheden een veilig-
heidsbril en handschoenen worden gedragen. Bij
lang haar een haarnetje dragen. Losse mouwen
moeten tot de ellebogen worden opgerold.
• Tijdens werkzaamheden de zaagbandgeleiding al-
tijd zo dicht mogelijk tegen het werkstuk plaatsen.
• Zorg in de arbeids- en werkomgeving van de ma-
chine voor voldoende lichtomstandigheden.
• Gebruik voor rechte zaagsnedes altijd de lengte-
aanslag om het kantelen of wegslippen van het
werkstuk te vermijden.
NL
205

Publicidad

loading