c) Zorg ervoor dat het apparaat niet per ongeluk
wordt gestart. Controleer of de schakelaar in
de 'uit' stand staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt. Het dragen van elektrisch
gereedschap met uw vinger op de schakelaar of het
aansluiten op de stroom van elektrisch gereedschap
met de schakelaar ingeschakeld kan tot ongelukken
leiden.
d) Verwijder alle stel- of moersleutels voordat u het
elektrische gereedschap inschakelt. Een moer- of
stelsleutel die zich op een draaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap bevindt, kan leiden tot letsel.
e) Reik niet te ver. Blijf altijd stevig en in balans
staan. Zo houdt u meer controle over het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende
kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en los hangende haren
kunnen vast komen te zitten in bewegende delen.
g) Als er onderdelen voor stofafvoer- en
stofverzameling worden meegeleverd, sluit
deze dan aan en gebruik deze op de juiste wijze.
Het gebruik van deze onderdelen kan het risico op
stofgerelateerde ongelukken verminderen.
4) Gebruik en verzorging van elektrisch gereedschap
a) Forceer elektrisch gereedschap niet. Gebruik
elektrisch gereedschap dat geschikt is voor het
werk dat u wilt uitvoeren. Geschikt elektrisch
gereedschap werkt beter en veiliger op een passende
snelheid.
b) Gebruik het elektrische gereedschap niet als de
schakelaar het apparaat niet in- en uitschakelt.
Elektrisch gereedschap dat niet bediend kan worden
met de schakelaar is gevaarlijk en moet gerepareerd
worden.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSREGELS VOOR CIRKELZAGEN
WAARSCHUWING: Laat niemand, jonger dan 18
jaar oud, de zaag gebruiken.
Wanneer u de zaagt gebruikt, hoort u ten alle
tijden bescherming te dragen. Denk hierbij aan een
veiligheidsbril, gehoorbeschermers, mondkapje,
beschermende kleding en handschoenen.
a. Let op de draairichting van de motor en het zaagblad.
b. Zorg dat uw handen uit de buurt van het zaagblad
blijven. Houd één hand op het hulphandvat, en houd de
andere hand op de motorkast. Wanneer beide handen
op het gereedschap geplaatst zijn, kunnen ze niet
beschadigd raken door het zaagblad.
c. Controleer het product en verwijder alle voorwerpen in
de buurt van de zaag voordat u begint met zagen.
All manuals and user guides at all-guides.com
c) Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
instellingen aanpast, toebehoren verwisselt of
het elektrische gereedschap opbergt. Dergelijke
voorzorgsmaatregelen verminderen het risico op het
per ongeluk starten van het elektrische gereedschap.
d) Berg elektrisch gereedschap dat niet in gebruik is
op buiten bereik van kinderen en laat mensen die
niet bekend zijn met het elektrische gereedschap
of met deze instructies het elektrische
gereedschap niet bedienen. Elektrisch gereedschap
is gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud uw elektrisch gereedschap.
Controleer op foutieve uitlijning of het vastslaan
van bewegende delen, gebroken onderdelen en
elke andere afwijking die de werking van het
elektrische gereedschap zou kunnen beïnvloeden.
Indien het elektrische gereedschap beschadigd
is, moet u het laten repareren voordat u het weer
gebruikt. Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed
onderhouden snijwerktuigen met scherpe messen
slaan minder snel vast en zijn gemakkelijker te
bedienen.
g) Gebruik het elektrische gereedschap, toebehoren
en onderdelen, etc. volgens deze instructies en
volgens bestemming voor het specifieke type
elektrisch gereedschap, en houd daarbij rekening
met de werkomstandigheden en het uit te voeren
werk. Gebruik van elektrisch gereedschap voor
werkzaamheden die verschillen van die waarvoor
het apparaat bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke
situaties.
5) Onderhoud
a) Laat uw elektrische gereedschap onderhouden
door een gekwalificeerde vakman en gebruik
alleen identieke vervangstukken. Zo bent u er zeker
van dat de veiligheid van het elektrische gereedschap
gewaarborgd blijft.
d. Reik niet onder het werkstuk waar uw handen niet
beschermd zijn tegen het zaagblad.
e. Pas de zaagdiepte aan, aan de breedte van het
werkstuk. i.e. Minder dan een volledige tandhoogte
dient onder het werkstuk uit te komen.
F. Wanneer het zaagblad vast geklemd zit in het werkstuk
hoort u de machine uit te schakelen voordat u het blad
los probeert te krijgen.
g. Reik nooit over het zaagblad om het zaagsel te
verwijderen.
h. Zorg dat het werkstuk ten alle tijden stevig gemonteerd
is, en niet te ver uitsteekt over de werkbank om buiging
van het zaagblad en controleverlies te voorkomen.
i. Wanneer u aan het zagen bent, staat u aan de zijkant
van het werkstuk.
Veiligheidsingstructies
NL
17