3
Druk op de effect-bedieningsknop.
Druk op de effect-bedieningsknop voor het effect dat u wilt toepassen.
! Wanneer er opnieuw op de knop wordt gedrukt, wordt het effect
uitgeschakeld.
! De drie effecten van de effectgenerator kunnen ook gelijktijdig wor-
den ingeschakeld.
4
Draai aan de [DRY/WET] knop.
Regel de balans tussen het effectgeluid voor alle effecten samen en het
oorspronkelijke geluid.
Synchroniseren van de
weergavesnelheid met andere decks
(beat-synchronisatie)
1
Druk op de [MASTER] knop op het spelende deck.
Het deck waarvoor de [MASTER] knop is ingedrukt wordt ingesteld als de
master voor het synchroniseren.
De [MASTER] indicator en [MASTER] in TRAKTOR lichten op.
2
Druk op de [SYNC] knop voor een deck dat niet is
ingesteld als de master voor het synchroniseren.
Dit deck wordt gesynchroniseerd met de [BPM] en het [Beat Grid]
van het fragment op het deck dat is ingesteld als de master voor het
synchroniseren.
De [SYNC] indicator en [SYNC] in TRAKTOR lichten op.
! Voor informatie over het instellen van de master voor het synchroni-
seren, zie Instellen van de mster voor synchronisatie op bladzijde 24.
! In de gevallen hieronder is het mogelijk dat de [SYNC] functie niet
naar behoren functioneert.
— Wanneer de luslengte korter is dan 1 beat
— Wanneer de [BPM] van het fragment op het deck waarvoor de
[MASTER] knop is ingedrukt het instelbare tempobereik voor
het fragment op het deck waarvoor de [SYNC] knop is ingedrukt
overschrijdt
— Wanneer het fragment niet geanalyseerd is.
Instellen van de mster voor
synchronisatie
Klik op [ ].
De master voor synchronisatie kan worden gekozen en ingesteld uit de
vier soorten hieronder.
— Deck master (handmatig): Het deck waarvoor de [MASTER] knop
is ingedrukt wordt ingesteld als de master.
— Deck master (automatisch): Het deck met het fragment dat al
het langst aan het spelen is wordt ingesteld als de master.
Het is ook mogelijk om het deck waarvoor de [MASTER] knop is
ingedrukt in te stellen als de master.
— Klokmaster (intern): De BPM-waarde die is ingevoerd door de
gebruiker, of de BPM-waarde die is ingesteld door te tikken
wordt ingesteld als de master.
— Klokmaster (extern): De MIDI-klok van de externe apparatuur
wordt ingesteld als de master.
De standaardinstelling is Deck master (auto).
Bij gebruik van Klokmaster (intern of extern) wordt de [MASTER] knop
buiten werking gesteld.
24
Nl
Voor geluidssignalen van een
microfoon of externe apparatuur
Het geluid van externe apparatuur verbonden met de [AUX IN] of [MIC]
aansluitingen kan worden ingevoerd in elk van de decks en dan worden
gemengd.
Volgens de standaardinstelling van TRAKTOR Pioneer DDJ-T1 EDITION,
wordt het geluid van externe apparatuur die is verbonden met de [AUX
IN] en [MIC] aansluitingen naar deck [D] geleid.
Voor het juiste volume moet u de [VOL] instelling op het achterpaneel
van dit toestel instellen aan de hand van de eigenschappen van de met
de [AUX IN] aansluitingen verbonden apparatuur.
— Pioneer DJ player: Zet de instelling in het midden.
— Draagbare audiospeler, of andere apparatuur met een laag volume:
Zet de instelling rechts van het midden (met de klok mee).
— Bij stroomvoorziening via de USB-aansluiting kunnen de [AUX IN] en
[MIC]-aansluitingen niet worden gebruikt.
Klik op [b] voor deck [D].
Selecteer [Audio Through] van het menu.
! Om een ander deck in te stellen voor de geluidssignalen van de
externe apparatuur, dient u de instelling bij [Input Routing] onder
[Preferences] te wijzigen.
! Wanneer het deck voor externe apparatuur is ingesteld op één
van de decks [A] – [D], kunnen de effectfuncties, filterfuncties en
EQ-instellingen worden gebruikt.
! Om het deck weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling,
klikt u op [b] en selecteert u [Internal Playback].