gedurende langere tijd.
nemen.
geplaatst. Warme levensmiddelen maken dat de koelkast langer werkt tot deze eetwaar
de veilige bewaartemperatuur heeft bereikt.
langer werkt. Open de deuren minder vaak.
de deuren goed gesloten zijn.
temperatuur wordt bereikt.
afdichting maakt dat de koelkast langer moet werken om de huidige temperatuur te
handhaven.
en controleer.
Koelkasttemperatuur is erg laag terwijl de diepvries temperatuur voldoende is.
hoger in en controleer.
Etenswaren die in laden van het koelgedeelte worden bewaard, bevriezen.
hoger in en controleer.
Temperatuur in de koelkast of diepvriezer is zeer hoog.
diepvriezer totdat de temperatuur van de koelkast of diepvriezer het gewenste niveau
bereikt.
gestaan; doe ze minder vaak open.
geplaatst. Wacht tot de koelkast of diepvriezer de gewenste temperatuur heeft bereikt.
afkoelen.
18