4.5 - STOP
Voor een hogere mate van veiligheid is het mogelijk een
schakelaar te installeren die bij activering de onmiddellijke
blokkering van het hek veroorzaakt. De schakelaar moet een
normaal gesloten contact hebben dat open gaat in geval bij
activering.
Indien de stopschakelaar geactiveerd wordt terwijl het hek
geopend is, wordt de functie van automatische sluiting altijd
uitgeschakeld. Om het hek weer te sluiten moet een startimpuls
gegeven worden.
Sluit de kabels van de stopschakelaar aan tussen klemmetjes
M3 en M4 van de stuurcentrale.
De functie van de stopschakelaar kan ook geactiveerd worden via
de afstandsbediening die op kanaal 3 bewaard is van ontvanger
MR.
4.6 - FOTOCELLEN
Al naargelang de klem waarop ze aangesloten worden, verdeelt
de stuurcentrale de fotocellen in twee categorieën:
Fotocellen van type 1
Deze worden binnenin het hek geïnstalleerd en zijn zowel
tijdens de opening als tijdens de sluiting actief. In geval van
inwerkingtreding van de fotocellen van type 1, stopt de
stuurcentrale het hek: wanneer de bundel bevrijdt wordt, zal de
stuurcentrale het hek volledig openen.
m
LET OP: de fotocellen van type 1 moeten zo
geïnstalleerd worden dat de openingszone van het hek er
volledig door gedekt wordt.
Fotocellen van type 2
Deze worden op de buitenkant van het hek geïnstalleerd en zijn
alleen actief tijdens de sluiting. In geval van inwerkingtreding van
de fotocellen van type 2, zal de stuurcentrale het hek onmiddellijk
openen zonder te wachten tot de fotocel onbezet raakt.
De stuurcentrale KB1 verstrekt een voeding van 24 Vdc voor
de fotocellen en kan een test van de werking van de fotocellen
uitvoeren alvorens de opening van het hek te beginnen.
De voedingsklemmen voor de fotocellen worden beveiligd door
een elektronische zekering die in geval van overbelasting de
stroom onderbreekt.
• Sluit de voedingskabels van de zenders van de fotocellen aan
tussen klemmetjes M11 en M12 van de stuurcentrale.
• Sluit de voedingskabels van de ontvangers van de fotocellen
aan tussen de klemmetjes M10 en M11 van de stuurcentrale.
• Sluit de N.C.-uitgang van de fotocellen van type 1 aan tussen
klemmetjes M5 en M9 van de stuurcentrale en de uitgang van
de ontvangers van de fotocellen van type 2 tussen klemmetjes
M6 en M9 van de stuurcentrale. Gebruik de uitgangen met
normaal gesloten contact.
m
LET OP:
• Indien meer paren fotocellen van hetzelfde type geïnstalleerd
worden, moeten de uitgangen ervan in serie aangesloten
worden.
• Indien reflecterende fotocellen geïnstalleerd worden, moet de
voeding aangesloten worden op klemmetjes M11 en M12 van
de centrale voor het uitvoeren van de werktest.
4.7 - VEILIGHEIDSLIJSTEN
Al naargelang de klem waarop ze aangesloten worden, verdeelt
de stuurcentrale de veiligheidslijsten in twee categorieën:
Lijsten van type 1
In geval van inwerkingtreding van de lijsten van type 1 tijdens
de opening van het hek zal de stuurcentrale het hek gedurende
3 seconden sluiten waarna blokkering plaatsvindt. Ingeval van
inwerkingtreding van de lijsten van type 1 tijdens de sluiting van
het hek zal de stuurcentrale onmiddellijk geblokkeerd worden.
De activeringsrichting van het hek bij de volgende START impuls
of VOETGANGERSSTART-impuls is afhankelijk van de parameter
STOP (keert de beweging om of stopt deze).
Indien de STOP-ingang uitgeschakeld is, zal de impuls de
beweging in dezelfde richting hervatten.
Lijsten van type 2
In geval van inwerkingtreding van de lijsten van type 2 tijdens
de opening van het hek, zal de stuurcentrale onmiddellijk
geblokkeerd worden; in geval van inwerkingtreding van lijsten van
type 2 tijdens de sluiting van het hek zal de stuurcentrale het hek
gedurende 3 seconden openen waarna blokkering plaatsvindt.
De activeringsrichting van het hek bij de volgende START impuls
of VOETGANGERSSTART-impuls is afhankelijk van de parameter
STOP (keert de beweging om of stopt deze).
Indien de STOP-ingang uitgeschakeld is, zal de impuls de
beweging in dezelfde richting hervatten.
Beide ingangen zijn in staat om zowel de klassieke lijst met
normaal gesloten contact te beheren als de lijst met geleidend
rubber met nominale weerstand van 8,2 kohm.
Sluit de kabels van de lijsten van type 1 aan tussen klemmen
M7 en M9 van de stuurcentrale.
Sluit de kabels van de lijsten van type 2 aan tussen klemmen
M8 en M9 van de stuurcentrale.
Om aan de vereisten van norm EN12978 te voldoen is het
noodzakelijk om veiligheidslijsten met geleidend rubber te
installeren. De veiligheidslijsten met normaal gesloten contact
moeten uitgerust zijn met een stuurcentrale die constant de
correcte werking ervan controleert. Indien gebruik gemaakt
wordt van stuurcentrales die de mogelijkheid bieden om de test
uit te voeren door onderbreking van de voeding, moeten de
voedingskabels van de stuurcentrale aangesloten worden tussen
klemmetjes M11 en M12 van de KB1. Is dat niet het geval dan
moeten ze aangesloten worden tussen klemmetjes M10 en M11.
m
LET OP:
• Indien meer lijsten met normaal gesloten contact gebruikt
worden, moeten de uitgangen in serie aangesloten worden.
• Indien lijsten met geleidend rubber gebruikt worden, moeten
de uitgangen in cascade aangesloten worden en moet alleen
de laatste op de nominale weerstand eindigen.
4.8 - ANTENNE
Er wordt aangeraden gebruik te maken van de externe antenne
model ANS433 ter garantie van een maximaal radiobereik.
Sluit de kern van de antenne aan op klemmetje A2 van de
stuurcentrale en de mantel op klemmetje A1
- 191 -