INSTELLEN VAN DE THERMOSTAAT
Voor een optimaal gebruik en energiebesparing, raden we aan de thermostaat van het toestel te
regelen volgens de omgevingstemperatuur waarin het toestel gebruikt wordt onder voorbehoud van
het naleven van de klimaatklasse(n).
Omgevingstemperatuur T°C (± 1°C)
Positie van de thermostaat van koelkast
Positie van de thermostaat van diepvriezer
De graden van de omgevingstemperatuur T° C worden ter informatie gegeven.
De plaatsing in de ruimte, de frequentie van het openen van de deur(en) of de mate waarin het toestel
met voedingsmiddelen is gevuld, kunnen de voormelde posities beïnvloeden.
De positie(s) van de thermostaat (thermostaten) kan (kunnen) worden aangepast om deze factoren
te compenseren.
Voorbeelden van de ruimte waar het toestel wordt gebruikt:
-
Ruimte die niet verwarmd wordt in de winter, zoals een garage in een koude streek:
Lage omgevingstemperatuur
-
Leefruimte
omgevingstemperatuur
-
Ruimte zonder airco in de zomer in een warme streek: Hoge omgevingstemperatuur
28
die
normaal
verwarmd
Laag <
Ideaal 17-
27°C
17°C
+4°C
+4°C
COLDER
NORMAL
wordt,
zoals
Hoog > 27° C
+3°C
COLD
een
keuken:
Ideale