R
6 EEN METING VERRICHTEN (vervolg)
6.2 EEN METING VERRICHTEN
1
Breng een kleine hoeveelheid koppelmiddel aan op het
oppervlak.
2
Druk de transducer in het koppelmiddel en zorg ervoor dat deze
plat tegen het oppervlak ligt.
Het is voldoende om met uw duim en wijsvinger gematigde druk uit te
oefenen op de top van de transducer. Het gaat erom dat de transducer op
zijn plek blijft en plat op het oppervlak van het materiaal ligt.
3
Het weergavescherm toont een waarde die constant wordt
bijgewerkt. De meter verricht 4 metingen per seconde als de
transducer in contact komt met het oppervlak van het materiaal.
De stabiliteit van de meting wordt aangegeven met de stabiliteitsbalk aan
de rechterkant van het venster. Een geldige meting heeft een stabiliteit
van 5 of hoger. Als de stabiliteitsindicator minder dan 5 staafjes toont of
als de getallen in het scherm onregelmatig lijken, moet u ervoor zorgen
dat er voldoende koppelmiddel onder de transducer aanwezig is en dat de
transducer plat tegen het materiaal ligt. Als deze toestand blijft bestaan,
dient u wellicht een andere transducer te kiezen (grootte of frequentie)
voor het te meten materiaal.
4
Druk op 'Opslaan' om de huidige meting op te nemen in de
statistiekberekeningen. De laatste meting blijft op het scherm
staan als de transducer loskomt van het oppervlak.
De laatst opgeslagen meting kunt u wissen en verwijderen uit de
statistiekberekening door te drukken op Menu/Verwijder Laatste Meting.
7 STATISTIEKEN
De Elcometer 204 berekent en toont de volgende statistische
waarden:
Aantal metingen (n:)
Gemiddelde meting (
Laagste meting (Lo:)
Hoogste meting (Hi:)
Standaard Deviatie (σ:)
Variatie Coefficient (cv%:)
Druk op Display/Instellen Display/Bovenkant Display (of naar
behoeven op Onderkant Display) om de statistieken weer te geven.
Druk op Display/Wissen Statistieken om de huidige statistische
waarden te wissen.
nl-7
All manuals and user guides at all-guides.com
:)
X
www.elcometer.com