Wacht ongeveer
seconden op het resultaat.
Selecteer op het display het resultaat dat het dichtst bij het bereikte resultaat ligt.
De onderdelen reinigen
Was het melkkannetje (H), de lterhouder (G) en de lters (D-E-F) in een sopje af.
Spoel alle onderdelen af en droog ze zorgvuldig af.
Bij dagelijks gebruik van het apparaat kan er kof edik terechtkomen in de plaats waarin de lterhouder wordt
vastgedraaid. Verwijder eventuele resten met een tandenstoker, een doekje of door water door de plaats te
laten lopen waarin de lterhouder wordt vastgedraaid, zonder dat de lterhouder is aangebracht (Fig.
Let op!
Doe de lterhouder niet in de vaatwasmachine.
Het reservoir reinigen
Let op!
Het apparaat moet worden schoongemaakt terwijl het uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcon-
tact is verwijderd.
Maak de binnenkant van het waterreservoir regelmatig met een sponsje of een vochtig doekje schoon.
Het kopjesrooster (O) en de lekbak (M) schoonmaken
Let op!
Het apparaat moet worden schoongemaakt terwijl het uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcon-
tact is verwijderd.
Maak de lekbak (M) van tijd tot tijd leeg.
De druppelopvangbak is uitgerust met een vlotter (N). Wanneer de vlotter uit het kopjesrooster steekt, is de
lekbak vol water en moet hij geleegd worden.
Verwijder het kopjesrooster (O).
Haal de lekbak uit het apparaat. Maak de lekbak leeg en was hem onder stromend water.
Volg dezelfde procedure ook om het kopjesrooster schoon te maken.
De behuizing van het apparaat schoonmaken
Let op!
Het apparaat moet worden schoongemaakt wanneer de warme delen van het apparaat op kamertem-
peratuur zijn gekomen.
Let op!
Gebruik geen schuurmiddelen.
Maak de vaste onderdelen van het apparaat met een vochtig, niet-schurend doekje schoon om de behuizing
niet te beschadigen.
128
- ).