nEDERLanDs
-
Als er kleine werkstukken met de hand worden ingevoerd, is er een groter risico op letsels.
Het wordt aanbevolen om de aanduwstok te gebruiken. Blijf met uw hand op een veilige
afstand van de beitel.
12 . Behandel het netsnoer voorzichtig.
-
Geef nooit een ruk aan het snoer als u de stekker uit het stopcontact wilt trekken.
Houd het snoer weg bij warmtebronnen, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap
nooit aan het snoer.
13 . Zet het werkstuk vast.
-
Zet wanneer mogelijk het werkstuk vast met klemmen of een bankschroef. Dat is veiliger
dan het werkstuk vasthouden met de hand en u hebt uw handen vrij voor het bedienen
van het gereedschap.
14 . Reik niet buiten uw macht.
-
Blijf altijd stevig en in balans op de grond staan.
15 . Onderhoud gereedschap zorgvuldig.
-
Houd zaaggereedschap scherp en schoon zodat het beter en veiliger presteert. Volg de
instructies voor smering en voor het wisselen van accessoires. Inspecteer gereedschap van
tijd tot tijd en laat het, als het beschadigd is, repareren door een erkende servicedienst.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
16 . Trek de stekker van het gereedschap uit het stopcontact.
-
Trek de stekker van het gereedschap uit het stopcontact, wanneer het gereedschap niet
in gebruik is, en voordat u onderhoud verricht of accessoires, zoals beitels, boortjes en
zaagjes verwisselt.
17 . Verwijder stelsleutels en steeksleutels.
-
Neem de gewoonte aan om te controleren dat stelsleutels en steeksleutels zijn verwijderd
van het gereedschap, voordat u met het gereedschap gaat werken.
18 . Voorkom dat het gereedschap onbedoeld wordt gestart.
-
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Let er vooral op dat het
gereedschap op "off" (uit) staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
19 . Gebruik verlengsnoeren voor buitenshuis.
-
Controleer het verlengsnoer vóór gebruik op beschadiging en gebruik een ander
snoer als u tekenen van beschadiging vindt. Gebruik wanneer u met het gereedschap
buitenshuis werkt, alleen verlengsnoeren die bedoeld zijn voor gebruik buitenshuis en die
overeenkomstig daarmee zijn gemarkeerd.
20 . Blijf alert.
-
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Werk niet met het gereedschap wanneer u
moe bent of onder invloed van drugs of alcohol.
21 . Controleer op beschadigde onderdelen.
-
Controleer, vóór gebruik, het gereedschap en het netsnoer, zodat u kunt vaststellen dat
het goed zal werken en de functie waarvoor het is bedoeld, zal uitvoeren. Controleer de
uitlijning van bewegende onderdelen, het vastlopen van bewegende onderdelen, breuk
van onderdelen, de montage en andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn
op de werking. Een beschermkap of een ander onderdeel dat beschadigd is, moet op
juiste wijze worden gerepareerd of vervangen door een erkende servicedienst, tenzij in
deze instructiehandleiding anders is vermeld. Laat beschadigde of niet goed werkende
schakelaars vervangen door een erkende servicedienst. Gebruik het gereedschap niet als
het niet met de schakelaar aan- en uitgezet kan worden. Probeer nooit zelf reparaties uit
te voeren.
WAARSCHUWING: Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van een
handeling met dit gereedschap voor andere doeleinden dan wordt geadviseerd in deze
gebruiksaanwijzing, kan leiden tot gevaar voor persoonlijk letsel.
22 . Laat uw gereedschap repareren door een gekwalificeerd persoon.
-
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsregels. Reparaties dienen
uitgevoerd te worden door gekwalificeerde personen, met originele reserve-onderdelen.
Anders kan de gebruiker aanzienlijk gevaar lopen.
Aanvullende veiligheidsregels voor een bovenfrees
•
Het wordt aangeraden om tijdens gebruik een veiligheidsbril te dragen.
•
Zorg ervoor dat de machine op een vlak oppervlak wordt geplaatst.
•
Verwijder alle spijkers en metalen voorwerpen uit het werkstuk voordat u met de
werkzaamheden begint. Gebruik geen splinterend hout. Er bestaat een risico op het uitwerpen
van delen, terugslag zal het gevolg zijn en het mes zal worden beschadigd.
•
Elk deel van het snijblok dat niet wordt gebruikt voor het frezen, zal worden aangepast en
worden afgeschermd.
•
Let erop dat de machine in een perfecte bedrijfsconditie is. Laat de machine nooit draaien
zonder dat alle beschermingen geplaatst.
•
Gebruik altijd scherpe beitels van het juiste type en ontworpen zijn voor het materiaal dat
moet worden gefreesd. Gebruik geen botte messen, dit verhoogd het risico op terugslag.
•
Houd uw handen uit de buurt van de beitels.
•
Schaaf nooit materiaal dat korter is dan 500 mm.
•
Verwijder geen spaanders of andere delen van het werkstuk uit het zaaggebied, terwijl de
machine in werking is.
•
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal
werkstukformaat van:
-
Breedte 315 mm op een hoogte van 152 en een lengte van 1000 mm.
-
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door geschikte aanvullende roltafels.
De rollersteunen moeten op een afstand van de in- en uitlaat van de bovenfrees worden
geplaatst, om het werkstuk veilig te ondersteunen.
•
Houd de aanduwstok altijd op de vaste plaats indien deze niet wordt gebruikt.
36
•
In het geval van een ongeval of van storing moet u de machine onmiddellijk uitzetten en de
stekker uit het stopcontact trekken.
•
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere
mensen niet zullen proberen de niet (goed) functionerende machine te gebruiken.
•
Wanneer de beitelkop is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het
snijden, zet de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk
en zorg voor vrijloop van de beitelkop. Zet de machine aan en start de zaagwerkzaamheden
weer met verminderde aanvoerdruk.
•
Gebruik de machine nooit voor de bewerking van ander materiaal dan hout. Inspecteer
het werkstuk zorgvuldig op onvolkomenheden die van invloed kunnen zijn op
het bewerkingsproces.
•
Zet de machine vast op een werkbank, als de situatie dat toelaat.
•
Zorg ervoor dat de beitels goed scherp zijn. De beitels kunnen tot 3 keer worden geslepen.
Daarna moeten de beitels worden vervangen. Gebruik alleen beitels en reserveonderdelen
van D
WALT.
e
•
Controleer, voordat u de machine gebruikt, dat de onderdelen die zorgen voor de veiligheid,
zoals de schakelaar, de anti-terugslagvoorziening en roller voor de aanvoersnelheid,
goed werken.
•
Stel de aanvoer- en uitvoertafels juist af.
•
Draag veiligheidshandschoenen wanneer u met de beitelkop en ruw materiaal werkt.
•
Zorg ervoor dat de gebruiker voldoende is opgeleid in het gebruik, de aanpassing en de
bediening van de machine.
•
Verminder het risico van letsel, zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires plaatst of verwijdert. Controleer dat de aan/uit-schakelaar in de stand
OFF (UIT) staat.
•
Ga nooit verder met het uitvoeren van werk dat is gestopt (dat wil zeggen, zaagsneden die
niet over de volle lengte van het werkstuk zijn voltooid).
•
Vermijd het werken met sterk gebogen hout dat niet voldoende contact heeft met
de invoertafel.
•
Sta niet op het werkstuk en de verlengtafels.
Sta nooit op een lijn met het werkstuk. Plaats uw lichaam altijd opzij van het
•
werkstuk. Een terugslag kan het werkstuk met hoge snelheid in de richting slingeren van
iemand die voor en op een lijn met het werkstuk staat.
WAARSCHUWING: Wij adviseren u een aardlekschakelaar te gebruiken met een
nominale reststroomwaarde van 30 mA of minder.
Overige risico's
De volgende risico's horen bij het gebruik van schaafmachines:
•
Letsel door het aanraken van bewegende delen.
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het implementeren van
veiligheidsvoorzieningen, kunnen sommige overige risico's niet worden vermeden.
Dit zijn:
•
Het risico op ongelukken die worden veroorzaakt door de onbedekte delen van de
draaiende beitel.
•
Risico van letsel bij het verwisselen van de zaag.
•
Risico van het knellen van vingers bij het openen van de beschermkappen.
•
Gezondheidsrisico's die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat ontstaat bij het
schaven van hout, vooral eikenhout, beukenhout en MDF.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
•
Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt.
•
Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd.
•
Versleten beitels.
•
Invoertafel niet juist afgesteld.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd dat de
stroomvoorziening overeenkomt met de aanduiding van de spanning op het typeplaatje.
Uw gereedschap is geïsoleerd volgens Klasse I, overeenkomstig EN61029; daarom is
aarding vereist.
Als het netsnoer is beschadigd, mag het alleen worden vervangen door D
erkend servicebedrijf.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3‑aderig verlengsnoer dat geschikt
is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie Technische Gegevens). Het minimale
formaat van de geleider is 1,5 mm
; de maximale lengte is 30 m.
2
Rol het snoer altijd volledig af, wanneer u een haspel gebruikt.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Bovenfrees
1 Steeksleutel (8/10 mm)
2 Inbussleutels
1 Beitelinstellingsmeter
1 Stofafzuigingsaansluiting
1 Aanduwstok
1 Instructiehandleiding
WALT of door een
e