• Het apparaat mag gebruikt worden door kinderen van minstens
8 jaar oud en door personen met verminderde lichamelijke,
sensoriele of mentale vaardigheden, of zonder ervaring en
zonder de nodige kennis, op voorwaarde dat dit onder toezicht
gebeurt of na de nodige instructies verkregen te hebben voor
een veilig gebruik van het apparaat en voor het begrijpen van de
erbij horende gevaren. De kinderen mogen niet met het toestel
spelen. De reiniging en het onderhoud die door de gebruiker
moeten uitgevoerd worden, mogen niet uitgevoerd worden door
kinderen die niet onder toezicht staan.
• Gebruik de grasmaaier nooit als er personen, in het bijzonder
kinderen, of dieren in de buurt zijn De kinderen moeten onder
toezicht van een andere volwassene staan.
• Gebruik de machine nooit indien de gebruiker vermoeid of onwel
is, of indien hij geneesmiddelen, drugs, alcohol of andere stoffen
ingenomen heeft die negatieve invloed kunnen hebben zijn voor
zijn reactievermogen en aandacht.
• Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebrui-
ker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurte-
nissen die personen of hun eigendommen kunnen overkomen.
Het valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de
risico's, die het terrein waarop hij moet werken met zich mee kan
brengen, te beoordelen en om alle nodige voorzorgsmaatregelen
te treffen met het oog op zijn eigen veiligheid en die van anderen,
met name op hellingen, hobbelige, gladde of instabiele terreinen.
• Indien men de machine aan derden wil geven of lenen, moet men
zich ervan verzekeren dat de gebruiker de gebruiksaanwijzingen
in dit handboek doorneemt
2.2
VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
• Draag geschikte kledij, stevige werkschoenen met antislipzolen
en een lange broek. Bedien de machine niet met blote voeten of
met open sandalen. Draag gehoorsbeschermingen.
• Draag geen sjaal, hemd, halsketting, armbanden, kledij met los-
se delen, of met bandjes of dassen of andere hangende of wijde
accessoires die vastgegrepen kunnen worden door de machine
of voorwerpen en materiaal aanwezig op de werkplaats.
• Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
• Draag werkhandschoenen voor alle handelingen die gevaarlijk
kunnen zijn voor de handen.
• Controleer grondig de hele werkzone en verwijder alles wat
door de machine weg zou kunnen uitgestoten worden of de snij-
inrichting/draaiende organen zou kunnen beschadigen (keien,
takken, ijzerdraad, beenderen, enz.).
2.3
TIJDENS HET GEBRUIK
• Gebruik de machine niet in omgevingen met gevaar op ontplof-
fing, in aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, gas of stof.
De elektrische gereedschappen genereren vonken die stof of
dampen kunnen doen ontvlammen.
• Stel de machine niet bloot aan regen of vochtigheid. Water dat
in een gereedschap sijpelt, verhoogt het risico op elektrische
schokken.
• Werk enkel bij daglicht of met goed kunstmatig licht en bij goede
zichtbaarheid.
• Werk niet op nat gras, bij regen of bij risico op onweer, in het bij-
zonder wanneer er kans op bliksem bestaat.
• Let bijzonder goed op de onregelmatigheden van het terrein
(drempels, geulen), op de hellingen, op verborgen gevaren en op
de aanwezigheid van eventuele hindernissen die de zichtbaar-
heid zouden kunnen beperken.
• Wees zeer voorzichtig nabij ravijnen, grachten of dijken. De ma-
chine kan omkantelen indien een wiel over de rand gaat of indien
de rand inzakt.
• Werk in de dwarse richting van de helling en nooit in de richting
van de stijging/daling, let goed op bij de veranderingen van rich-
ting, verzeker ervan een goed steunpunt te hebben, en let er
goed op dat de wielen niet op hindernissen stoten (stenen, tak-
ken, wortels, enz.) die een zijdelingse verschuiving of verlies van
controle over de machine zouden kunnen veroorzaken.
• De machine mag nooit gebruikt worden op hellingen van meer
dan 20°, onafgezien van de looprichting
• Kantel de grasmaaier niet voor het opstarten. Start de machine
op een vlakke ondergrond zonder hindernissen of hoog gras.
• Wees zeer voorzichtig wanneer u de grasmaaier naar u toe trekt.
Kijk achteruit voor en tijdens het achteruit rijden om u ervan te
verzekeren dat er geen hindernissen zijn.
• Loop nooit, maar stap.
• Laat u niet door de grasmaaier trekken.
• Houd altijd de handen en voeten ver van de snij-inrichting, zowel
wanneer de motor gestart wordt als tijdens het gebruik van de
machine.
• Blijf steeds op afstand van de aflaatopening.
• Gebruik de machine nooit wanneer de beveiligingen beschadigd
zijn, ontbreken of niet correct geplaatst zijn (opvangzak,
zijdelingse aflaatbescherming, achterste aflaatbescherming).
• De aanwezige veiligheidsinrichtingen/microschakelaars niet
uitschakelen, afschakelen, verwijderen of schenden.
In geval van breuken of ongevallen tijdens het werk,
dient men de motor onmiddellijk stil te zetten en de machi-
ne te verwijderen om geen verdere schade te berokkenen;
in geval van ongevallen met persoonlijke letsels of letsels
aan derden, dient men onmiddellijk de meest geschikte eer-
ste-hulp-procedures te volgen voor de situatie en zich tot
een gezondheidsstructuur te richten voor de nodige zorgen.
Verwijder zorgvuldig eventuele resten die schade of letsels
aan personen of dieren kunnen veroorzaken indien ze onop-
gemerkt blijven.
2.4
ONDERHOUD, STALLING
Regelmatig onderhoud en een correcte stalling garanderen de
veiligheid van de machine en het niveau van de performance.
• Gebruik de machine nooit als er onderdelen versleten of
beschadigd zijn. De defecte of beschadigde onderdelen moeten
vervangen en niet gerepareerd worden. Gebruik uitsluitend
originele reserveonderdelen.
• Tijdens de afstellingen van de machine, moet men erop letten dat
de vingers niet tussen de bewegende snij-inrichting en de vaste
delen van de machine geklemd geraken.
• Laat geen houders met restmateriaal in een gesloten ruimte, om
het risico op brand te voorkomen.
• U ervan te verzekeren dat de bewegingen van de machine geen
schade of letsels veroorzaken.
Het niveau van het geluid en van de trillingen dat aan-
gegeven is in deze handleiding, zijn de maximale waarden
voor het gebruik van de machine. Het gebruik van een niet
gebalanceerd maai-element, een overdreven snelheid van de
beweging, het gebrek aan onderhoud hebben een negatieve
invloed op het geluidsniveau en op de trillingen. Bijgevolg is
het noodzakelijk preventieve maatregelen te treffen om mo-
gelijke schade ten gevolge van een hoog geluidsniveau en
stress van trillingen te vermijden; zorg voor het onderhoud
van de machine, draag gehoorbescherming, maak pauzes tij-
dens het werk.
2.5
ACCU / ACCULADER
BELANGRIJK
vervolledigen de veiligheidsvoorschriften die aangegeven zijn in de
specifieke handleiding van de accu en van de acculader die samen
met de machine afgeleverd worden.
NL - 2
De
hierna
volgende
veiligheidsnormen