geval het apparaat absoluut niet gebruiken maar
zich tot de servicedienst wenden voor de reparatie
ervan.
•Laat de beschadigde voedingskabel door de
fabrikant of de assistentie of gekwalificeerd
pesoneel vervangen om gevaren te voorko-
men.
•Indien er verlengsnoeren gebruikt worden zich ervan
verzekeren dat deze over droge oppervlakken lopen
en beschermd zijn tegen eventuele waterspatten.
•Het gebruik van verlengstukken, verbindingstukken
en adaptors die niet conform de van kracht zijnde
normen zijn is niet toegestaan.
•Indien het apparaat ondersteboven terechtkomt het
apparaat altijd eerst weer rechtop zetten alvorens
het apparaat uit te zetten.
•Geen oplosmiddelen of agressieve reinigingsmidde-
len gebruiken.
•Het apparaat moet altijd op een vlakke ondergrond
neergezet worden.
•Het apparaat alleen op een vlakke ondergrond voorttrekken.
•Het apparaat niet gebruiken om water uit bakken,
wasbakken, gootstenen, baden enz. op te zuigen.
•Geen brandbare stoffen (zoals as uit de open
haard), explosieve, giftige stoffen of stoffen die
gevaarlijk zijn voor de gezondheid opzuigen.
•Alvorens vloeistoffen op te zuigen controleren of de
vlotter goed functioneert. Als u vloeistoffen opzuigt
wordt, bij volle tank, de aspiratieopening afgesloten
door een dobber en wordt het aspiratieproces onder-
broken. Schakel het apparaat uit, verwijder de stek-
ker uit het stopcontct en leeg de tank. Verzeker u er
regelmatig van dat de dobber (waterpeil beperkings-
systeem) schoon is en geen beschadigingen vertoont.
•Het apparaat onmiddellijk uitzetten indien er vloei-
stof of schuim uit komt.
•Nooit met het apparaat werken als de filters die
geschikt zijn voor het doel waar u het appa-
raat voor wilt gebruiken niet gemonteerd zijn.
•Voor de functie droog en nat zuigen altijd de dop (F)
op de romp (I) doen.
•Onderhoud en reparaties moeten altijd alleen door
vakmensen uitgevoerd worden; onderdelen die
eventueel kapot gaan mogen uitsluitend door origi-
nele onderdelen vervangen worden.
•De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprakelijk
gesteld worden voor schade die veroorzaakt is aan per-
sonen, dieren of voorwerpen tengevolge van het feit
dat deze aanwijzingen niet in acht genomen zijn of dat
het apparaat op een onverantwoorde manier gebruikt
is.
WAARSCHUWINGEN VOOR SCHOONMAAKAPPA-
RAAT VOOR ZWEMBADEN
•Het apparaat mag niet gebruikt worden voor het
legen van zwembaden, poelen, en/of artificiële me-
ren, en ook niet van kuipen, wastafels, enz.
•Altijd het vulgat (O) of de accessoire (N+P) op de
verlengstukken (M) monteren.
•Een veiligheidsafstand aanhouden van 2 m. vanaf
de rand van het zwembad bij het neerzetten van het
apparaat.
•Gebruik het apparaat niet als er personen in het water zijn.
•Werk niet met het apparaat als het regent.
•Vijvers en kunstmatig aangelegde waterbassins
moeten aangelegd worden volgens de nationale en
internationale bepalingen en voorschriften die op
dit gebied gelden.
•Het apparaat moet op een veilige en stabiele manier
op een horizontale ondergrond neergezet worden.
•Trek het apparaat tijdens het gebruik niet voort door
aan de slang te trekken.
•Verlies het apparaat als het in werking is nooit uit het oog.
INGEBRUIKNAME
GEBRUIK ALS SCHOONMAKER VOOR ZWEMBADEN
- Controleer of de schakelaar op de stand 0 staat en
sluit het apparaat aan op een geschikt stopcontact.
•Zet het apparaat in de buurt van de zwembad het
kunstmatig aangelegde waterbassin en houd een
veiligheidsafstand van 2 meter van de rand aan.
- Het apparaat moet op een veilige en stabiele manier
op een horizontale ondergrond neergezet worden.
- Het is mogelijk het apparaat te gebruiken zonder
wielen wanneer de stabielheidcondities optimaal
zijn
- Leg de afvoerslang (C) precies in de richting waarin
vervolgens de met vuile water dat voorheen opge-
zogen is gevulde romp geleegd zal worden.
- Controleer of de afvoerslang (C) naar beneden ge-
draaid is zodat het water weg kan stromen en het
26
0: apparaat uit
1:
continue
werking
droog en nat zuigfunctie)
2:
automatische werking
(voor
schoonmaakfunctie
voor z wembaden)
fig. ①
(voor