40% ≤ SOC < 60%
20% ≤ SOC < 40%
10% ≤ SOC < 20%
KENNISGEVING
De oplaadtijden van de accu's kunnen
toenemen als de machine onder zware
werkomstandigheden is gebruikt, met als
gevolg een indicatie van oververhitting
van de accu's (hfdst.15).
KENNISGEVING
Bij een volledig ontladen accu blijven de leds
uit tot de minimum laaddrempel is bereikt.
OPMERKING
Wanneer het laadniveau onder de waarde van
10% daalt, begint de eerste acculed te knipperen.
Onder de waarde van 4% begint de eerste
acculed snel te knipperen en worden de maai-
inrichtingen uitgeschakeld. Het is noodzakelijk
om de accu's onmiddellijk op te laden.
Wanneer het opladen is voltooid, wordt het
oplaadsysteem na 24 uur uitgeschakeld
en vindt er geen automatisch onderhoud
en bijvullen van de acculading plaats.
KENNISGEVING
Indien met de acculader aangesloten op
de trekker, knipperen de leds 5 Afb. 7.F
tegelijkertijd, wat betekent dat het opladen
niet bezig is. Controleer de aansluiting
van de acculader/het stroomnet.
OPMERKING
Tijdens het opladen zijn alle
machinefuncties gedeactiveerd, zelfs
als de sleutel volledig is ingestoken.
LET OP
De accu's die op de machine zijn gemonteerd,
zijn ontworpen en gebouwd voor dit soort
gebruik, en daarom:
- Vervang de accu's niet met andere die niet
origineel zijn;
- Voer geen interventies uit die niet zijn
beschreven in deze handleiding.
In problemen met de accu's moet
u uw verkoper contacteren.
8.3 REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik
volgens de volgende aanwijzingen.
8.3.1 Reiniging van de machine
• Reinig de buitenkant van de machine door met
een vochtige spons en schoonmaakmiddel
over de plastic delen van de machine te
gaan. Let er op dat de elektrische motoren,
de accu's en de componenten van de
elektrische installatie niet nat worden.
• Houd de motoren de zittingen van de
accu's vrij van grasresten, bladeren of
overtollig vet om brandrisico te vermijden.
• Houd het knoppenbord vrij van vuil en afval.
LET OP
Gebruik nooit water onder hoge druk of
agressieve vloeistoffen voor het wassen van
de carrosserie en elektrische motoren.
8.3.2 Reiniging van het uitwerpkanaal
Als de uitwerpkanaal verstopt
is, als volgt te werk gaan:
1. de opvangzak of de achterste
aflaatbeveiliging verwijderen ;
2. het opgehoopte gras bij de uitmonding
van het uitwerpkanaal verwijderen .
8.3.3 Reiniging van de opvangzak
1. Maak de opvangzak leeg.
2. Schud de zak om hem schoon te
maken van grasresten en aarde.
3. De zak opnieuw monteren en de
binnenkant van de maaigroep reinigen
(par. 8.3.4-a); vervolgens moet men de zak
verwijderen, ledigen, spoelen en zodanig
ophangen dat hij snel kan drogen.
8.3.4 Reiniging van de maaigroep
Ga verder met een grondige reiniging
van de maaigroep om eventuele
grasresten of vuil te verwijderen.
NL - 22