3.AFSTELLEN VAN DE NEERLAATKLEP
Op de hendel van de handpallettruck bevindt zich een hendel met drie standen :
« Lower »
- vork neerlaten -
« Drive »
- rijden met de truck -
« Raise »
- vork heffen -
Alle handpallettrucks zijn gecontroleerd en voorbereid voor de neerlaatfunctie. Als zij echter zijn
aangepast, kunt u een afstelling uitvoeren met de volgende stappen
3.1 Als de vorken tijdens het pompen omhoog bewegen in de stand Drive, draait u de stelmoer (ond.
nr. 59) op de stelbout (ond.nr. 58) rechtsom tot de vorken tijdens het pompen niet omhoog komen en
de stand Drive naar behoren werkt.
3.2 Als de vorken tijdens het pompen omlaag bewegen in de stand Drive, draait u de moer (ond. nr.
59) linksom tot de vorken niet meer omlaag bewegen.
3.3 Als de vorken niet omlaag bewegen wanneer de hendel in de stand Lower staat, draait u de moer
(ond.nr. 59) rechtsom tot het omhoog bewegen van de hendel (ond.nr. 51) zorgt voor het neerlaten
van de vorken. Controleer vervolgens de stand Drive conform punt 3.1 en 3.2, om ervoor te zorgen
dat de moer (ond.nr. 59) in de juiste stand staat.
Stand « LOWER »
Stand « DRIVE »
Stand « RAISE »
17
Pict 2