• De testspanningstester mag alleen worden gebruikt in de
meetcircuitcategorie waarvoor deze wordt ontworpen.
• Controleer altijd voor en na gebruik of de spanningstester
in perfecte toestand is (bijv. controleren op een bekende
spanningsbron).
• De werking van de spanningstester moet kort voor en na de
test worden gecontroleerd. Als de indicatie van een of meer
stappen mislukt, of als er geen werking wordt aangeduid,
mag de spanningstester niet meer worden gebruikt.
• De spanningstester voldoet aan beschermingsklasse IP 64
(spatwaterdicht en stofdicht) en kan daarom ook worden
gebruikt in vochtige omstandigheden.
• De spanningstester werkt alleen correct binnen een
temperatuurbereik van -15°C tot +55°C bij een relatieve
luchtvochtigheid van minder dan 95% (zonder condensatie).
• Als de veiligheid van de gebruiker niet kan worden
gegarandeerd, moet de spanningstester worden
uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld gebruik.
• De veiligheid wordt niet langer gegarandeerd in de
volgende gevallen:
- zichtbare schade
- als de spanningstester niet langer de vereiste metingen/
tests kan uitvoeren
- te lang opgeslagen in ongunstige omstandigheden
- beschadigd tijdens transport
- lekkende batterijen
• Voor al uw werkzaamheden moet u de voorschriften ter
preventie van ongevallen van de beroepsfederatie voor
elektrische installaties en apparatuur, naleven.
• De spanningstester en aanvullende uitrusting mogen niet
door onbevoegde personen worden gemonteerd. Het
onderhoud van de spanningstester mag alleen door een
erkende onderhoudstechnicus gebeuren.
• De operationele veiligheid wordt niet langer gegarandeerd
als de spanningstester wordt gewijzigd.
Voordat u de tester gebruikt
W Volg de veiligheidsinstructies voordat u een test uitvoert.
Voer altijd een functietest uit voordat u de spanningstester
gebruikt.
De testsondedoppen
de tests. Trek ze daarvoor van de testsondes.
W De testsondekappen
voorschriften of richtlijnen.
De tester in/uitschakelen / Automatisch
uitschakelen:
Door op de drukknop
worden INGESCHAKELD zonder enige spanning toe te
passen op de testsonde. De zaklamp is nu AAN en de tester
is ook klaar voor het testen van de continuïteit (voor 2100-
bèta, is het LC-display ook AAN en verschijnt "---").
Als er geen spanning wordt toegepast op de testsondes
en er geen continuïteit is gedetecteerd, schakelen de
spanningstester en zaklamp automatisch UIT na ongeveer 30
seconden.
De tester kan handmatig worden UITGESCHAKELD door de
12
drukknop
Functietest/zelftest:
• Schakel de spanningstester in door op de knop
drukken en de testsondes aan te sluiten. De LED voor de
continuïteitstest Rx
AAN is, moeten de batterijen worden vervangen. Als
het batterijsymbool wordt aangegeven op het display,
moeten de batterijen worden vervangen (alleen 2100-
bèta).
• Test de spanningstesters voor en na elk gebruik altijd op
een bekende spanningsbron.
W De spanningstesters mogen niet langer worden
gebruikt als een of meer functies defect zijn of als er geen
functionaliteit wordt aangegeven.
W Neem ontladen batterijen uit de spanningstester om
onmiddellijk alle lekken te voorkomen.
13
13
12
te drukken, kan de spanningstester
gedurende ≥ 5 seconden ingedrukt te houden.
7
kunnen worden verwijderd vóór
kunnen vereist zijn door nationale
moet AAN zijn. Als deze LED niet
5
12
te