Bestanddelen van de machine
Alvorens de machine in gebruik te nemen, moet de ge-
bruiker zich vertrouwd maken met alle bedrijfsfuncties
en veiligheidsvoorschriften.
Overzicht (afb. I - VI)
1 Machineframe
2 Spindel van kleminrichting met klemhefboom
3 Kleminrichting
4 Zaagband
5 Handwiel om de zaagbandspanning te regelen
6 Schakelaar
7 Handgreep
8 Zwenkbare behuizing
9 Klemhefboom voor zaagbandgeleiding
10 Instelbare zaagbandgeleiding
11 Draaischakelaar voor motortoerentalregeling
12 Motor
13 Motor-hoofdschakelaar
14 Zwenklager
15 Arrêteerpen
16 Klemhefboom voor verstekzagen
17 Instelbare aanslag
18 Klembout voor aanslag
19 Geleidestang
20 Contramoer
21 Dopmoeren
22 Eindaanslag
23 Tapeind
24 Eindaanslag
25 Draaiknop
26 Ontgrendelingsknop
27 Bevestigingsschroeven voor beschermkap
Specificaties van de machine
Type
Art.
Nominale spanning
Nominale frequentie
Stroomopname max.
Nominaal opgenomen vermogen
Toerental
Veiligheidsklasse
Gewicht
Afmetingen (B x L x H) max.
Afmetingen zaagband
Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens
de nieuwste technieken en voldoet aan alle gangbare
eisen voor het zagen van metalen in de industrie en
nijverheid.
De machine is geschikt voor het zagen van:
Ze is niet geschikt voor het zagen van:
Daartoe de zwenkbare behuizing 8 helemaal naar
onderen zwenken en de arrêteerpen 15 daar in de
daarvoor bedoelde opening steken.
–
–
–
PBS 120
–
0701 320 X
230 V AC
50/60 Hz
–
5,0 A
1.200 W
8.000 - 16.000 min
-1
/ I
ca. 18 kg
850x830x600 mm
1.440x13x0,65 mm
Bedoeld gebruik
•
standaardstalen (bijv. St37, St50)
•
speciale stalen (bijv. C 40, 18NiCrMo5)
•
aluminium en aluminiumlegeringen
•
messing
•
brons
•
staalbuizen (bijv. St 35, ST 52)
•
hout en soortgelijke zachte materialen
De machine is ontworpen en gebouwd
voor droogzagen.
Het gebruik van koelsmeermiddelen
kan de machine onbruikbaar maken.
Transport (afb. II)
Tijdens het transport van de machine
mag er zich geen werkstuk in de klemin-
richting bevinden en moet de arrêteer-
pen 15 volledig vastzitten!
Werkplek
De machine op een voldoende vlakke werkbank
plaatsen, zodat ze niet kan kantelen tijdens het
gebruik.
Idealiter bevindt de kleminrichting zich op een
hoogte van ca. 90 tot 95 cm boven de vloer.
De daarvoor bedoelde bevestigingsgaten in het
machineframe 1 gebruiken om de machine te be-
vestigen op de werkbank.
Het draagvlak in het midden van het machine-
frame 1 gebruiken om de machine vast te zetten
met een bankklem.
In ieder geval zorgen voor voldoende licht bij het
werken met de machine.
49