Probleem
Oorzaak
Motor start niet
Motor, netsnoer of stekker defect.
Beveiliging in de schakelkast in wer-
king getreden.
Spanningsuitval op het net.
Oververhittingsbeveiliging van de
motor in werking getreden.
Oververhittingsbe-
Oververhitting van de motor.
veiliging in werking
getreden
Overbelasting van de motor door te
hoge zaagdruk.
Beschadiging van de motor
Onprecieze zaag-
Aanslagen 22 en 24 zijn niet juist
hoek bij 0° en 60°°
ingesteld (zie afb. IV).
Onprecieze zaag-
Tapeind 23 is niet juist ingesteld (zie
hoek bij 45°
afb. IV).
Onprecieze recht-
Te hoge zaagdruk.
hoekigheid van de
Tandverdeling van de zaagband
zaagsnede
ongeschikt voor het werkstukt.
Zaagsnelheid ongeschikt voor het
werkstuk.
Zaagbandgeleidingen verkeerd
ingesteld.
Werkstuk niet vlak geklemd.
Grof of gegolfd
Zaagband versleten of niet de juiste
zaagbeeld
tandverdeling voor de dikte van het
werkstuk.
Te hoge zaagdruk.
Zaagband glipt
Excentrische zaagbandgeleidingen
gemakkelijk uit de
verkeerd ingesteld.
geleiding
Rubber van de wieltjes te sterk
versleten.
Zaagband glipt weg aan de wieltjes
door zaagolie en –vet.
Problemen en oplossingen
Oplossing
De machine door een erkende elektricien laten
controleren en/of repareren.
Beveiliging controleren en weer inschakelen.
Spanning van het net controleren.
Schakelaar 6 loslaten en wachten tot de stroom-
onderbreker vanzelf wordt gereset (enkele
minuten).
Controleren of de ventilatiesleuven van de
motor verstopt zijn, zo nodig reinigen.
Zaagdruk verlagen.
De machine door een erkende elektricien laten
controleren en/of repareren.
Aanslagen opnieuw instellen. Bevestigings-
schroeven losmaken en de aanslagen opnieuw
positioneren.
Contramoer losdraaien en tapeind 23 opnieuw
instellen. Contramoer daarna weer vastdraaien.
Zaagdruk verlagen.
Zaagparameters controleren en aanpassen aan
de hand van de zaagtabel (afb. VIII).
Zaagparameters controleren en aanpassen aan
de hand van de zaagtabel (afb. VIII).
Instellingen controleren en zo nodig aanpassen.
Werkstukklemming controleren en zo nodig
aanpassen.
Zaagparameters controleren en aanpassen aan
de hand van de zaagtabel (afb. VIII).
Zaagdruk verlagen.
Instellingen controleren en zo nodig aanpassen.
Wieltjes laten controleren en zo nodig vervan-
gen door een vakman.
In geen geval smeer- of koelmiddel gebruiken
voor het zagen. Wieltjes laten controleren en
zo nodig vervangen door een vakman.
53