Reinigingstips
– Sterk verontreinigde plaatsen vooraf in-
spuiten en de reinigingsoplossing 5 tot
10 minuten laten inwerken.
– Altijd van licht naar schaduw (van ven-
ster naar deur) werken.
– Altijd van het gereinigde naar het niet-
gereinigde oppervlak werken.
– Hoe gevoeliger het materiaal (Oosters
tapijt, Berbers tapijt, stofbekleding), hoe
lager de reinigingsmiddelconcentratie.
– Tapijten met juterug kunnen bij natte
reiniging krimpen en kleur verliezen.
– Hoogpolige tapijten na de reiniging in
natte toestand in poolrichting opborste-
len (bv. met poolborstel of schrobber).
– Het gereinigde oppervlak ter preventie
van drukplaatsen of roestvlekken pas
betreden of de meubelen pas terug-
plaatsen na de droging.
– Bij de reiniging van vooraf met sham-
poo behandelde tapijten ontstaat
schuim in het vuilwaterreservoir. In dat
geval schuim Tex RM 761 in het vuilwa-
terreservoir gieten.
Buitenwerkingstelling
Hoofdschakelaar op "OFF" zetten.
Tank met vuil water ledigen.
Aftapslang schoon water van de slang-
nippel trekken en reinigingsmiddel afla-
ten.
Apparaat reinigen
Schoonwaterreservoir vullen met ca. 2
liter heet water (max. 60°C) en sproei-
systeem doorspoelen door de toets
Reinigingsoplossing in te drukken.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Aftapslang schoon water van de slang-
nippel trekken en reinigingsmiddel afla-
ten.
Zeef aan het schoonwaterreservoir en
in de koepel reinigen.
Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Apparaat naar achteren kantelen en rei-
nigingskop en zuigbalk reinigen.
Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar:
Schoon- en vuilwatertank legen.
Apparaat in een vorstvrije ruimte op-
slaan.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Apparaat aan de duwbeugel verschui-
ven.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Bij alle werkzaamheden aan het apparaat,
het apparaat uitschakelen en de netstekker
uittrekken.
Onderhoudsintervallen
Dagelijks voor gebruik
Stroomkabel, verlengingskabel en slan-
gen voor elke inbedrijfstelling controle-
ren op beschadiging.
Sproeibeeld van de sproeier controle-
ren.
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar. Verstopte sproeier
nooit reinigen met een draad of een naald,
maar spoelen met heet water (zie „Hulp bij
storingen")
– 4
NL
Vervoer
Opslag
Onderhoud
35