• Het gebied onder de grove voorfilters.
7.2
De filters verwijderen
Voor de locatie van de verschillende onderdelen raadpleegt u Afbeelding 5 (NOM 18) of
Afbeelding 6 (NOM 28).
Doe het volgende om de hoofdfilters en het HEPA-filter te verwijderen:
1. Schakel de ventilator uit met de vergrendelbare veiligheidsschakelaar.
2. Wacht totdat de ventilator volledig gestopt is.
3. Verwijder de onderhoudsdeuren, zie item 5.
4. Maak de hendels los, waarbij u beide zijden van het HEPA-filter vastmaakt, zie item 6.
5. Verwijder het HEPA-filter.
leT
op! Let op dat u de filtercassette niet beschadigt. De filtercassette is zwaar en het
filtermateriaal geraakt makkelijk beschadigd.
6. Draai de knoppen los waarmee de hoofdfilters vastzitten. Verwijder de hoofdfilters, zie
item 3.
7. Zet de drie (3) schroeven aan de voorzijde van de grove voorfilters los en verwijder de
plaat.
8. Verwijder de grove hoofdfilters, zie item 4.
9. Indien nodig dient u de grove voorfilters en de hoofdfilters te reinigen. Vervang indien
nodig het HEPA-filter.
10. Controleer het gebied onder de grove voorfilters en reinig het, indien nodig.
11. Plaats terug in de tegenovergestelde volgorde, zie Afbeelding 8 (NOM 18) of Afbeelding
9 (NOM 28).
OpgeleT! Gevaar voor schade aan het filter.
Gebruik GEEN hoge druk.
OpgeleT! Gevaar voor schade aan het filter.
De hoofdfilters moeten tijdens het wassen en drogen opgehangen worden, zoals
geplaatst in de NOM filterunit.
De hoofdfilters mogen NIET los staan of aanleunen, bijvoorbeeld tegen een muur,
tijdens het wassen en drogen, zie Afbeelding 7.
Doe het volgende om de grove voorfilters en hoofdfilters te reinigen:
Spoel van bovenaf (hoofdfilters van binnenuit en naar buiten) met een op water gebaseerd
ontvettingsmiddel. Gebruik een max. temperatuur van 60 °C voor de hoofdfilters.
Laat de filters drogen voordat ze geplaatst worden, of droog ze door ze opnieuw te plaatsen in
de NOM filterunit en de ventilator te laten draaien totdat ze droog zijn.
De hoofdfilters kunnen verschillende keren gereinigd worden. Na reiniging kan de levensduur
van de filters echter korter zijn, afhankelijk van het toepassingsgebied.
7.3
Afvoerpijp
Wanneer kleine metalen deeltjes het oliereservoir vervuilen is het noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat de afvoerpijp niet verstopt raakt.
NOM 18/28
NL
77