Bevestigingen van de zuigslang losma-
ken.
Slang aan het aansluitstuk koppelen.
Bevestigingen van de zuigsproeier los-
maken.
Zuigsproeier met zuigslang verbinden.
Gas bij stationaire werking op ca. 1800
1/min instellen.
Tip
Het toerental van de motor kan via het dis-
play van het multifunctioneel instrument op-
geroepen worden.
Hydraulisch systeem voor werking in-
schakelen (eerste trap).
Pedaal voor het optillen van de zuig-
mond bedienen.
– 1. Trap = zuigmond opheffen
– 2. Trap = zijbezems in-/uitschakelen
Veeggoedcontainer omhoog brengen.
Zuigbuis met plaat voor werken met
bladzuiger afdekken.
Veeggoedreservoir laten zakken.
98
Nederlands
Watertoevoer van veegwerking op blad-
zuigerwerking omschakelen.
Zuigturbine inschakelen (tweede trap).
Sproeiwater inschakelen.
Waterhoeveelheid via ventiel instellen.
Na het werken met de bladzuiger
Zuigbuisafdekking verwijderen.
Watertoevoer van bladzuigerwerking op
veegwerking omschakelen.
Transport
Waarschuwing
Het apparaat moet bij transport tegen ver-
schuiven gezekerd zijn.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Apparaat aan de wielen met spieën
vastzetten.
Apparaat met spanriemen aan de be-
vestigingsogen links en rechts zekeren.
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging! Het voorste
sleepoog mag niet voor het bevestigen van
het apparaat gebruikt worden.
Wegslepen
Gevaar
Bij bergingswerken op openbare wegen in
de gevarenzone van het langsrijdende ver-
keer, waarschuwingskleding dragen.
Gevaar
De hydraulische aandrijving van de veeg-
machine staat wegslepen alleen enkele
meters stapvoets toe uit het gevaarlijke ge-
bied. De veegmachine niet meer dan stap-
voets bewegen.
Gevaar
Het apparaat is niet geschikt voor opladen
per takel.
Tip
Bij wegslepen erop letten, dat het bezem-
systeem niet beschadigd wordt.
Sproeiwater weg laten lopen.
Veeggoedcontainer legen.
Sleeptouw vastmaken aan het
sleepoog van voren of van achteren.
Apparaat op het transportvoertuig trek-
ken.
Bypassventiel (accessoire)
Tip
Wanneer het bypassventiel geopend is, is
een zacht bewegen van het apparaat mo-
gelijk.
Bypassventiel met hendel uit boord-
werktuig of steeksleutel (SW 9) openen.
Stillegging
Als de veegmachine voor langere tijd niet
gebruikt wordt, let dan op de volgende pun-
ten:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Zijbezems ophalen om de borstels niet
te beschadigen.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Veegmachine tegen wegrollen beveili-
gen, parkeerrem vastzetten.
Brandstoftank voltanken.
Motorolie en motoroliefilter wisselen.
Wanneer vorst verwacht wordt, sproei-
water laten weglopen en controleren, of
genoeg antivries in de koelvloeistof zit.
Waterreservoir en leidingsysteem leeg
maken.
Accu afklemmen.
Accu elke 2 maanden opladen.
Veegmachine aan de binnen- en buiten-
kant reinigen.
Apparaat op een beschutte en droge
plaats neerzetten.
Onderhoud
Algemene aanwijzingen
Voor reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden van het apparaat, het ver-
vangen van onderdelen of het
ombouwen voor een andere functie
dient het apparaat te worden uitgescha-
keld en eventueel de contactsleutel te
worden verwijderd.