2. Bedien de bedieningstoetsen op de handgreep.
Als een indrijving niet mogelijk is, controleer dan of een patroonstrip is geladen en het magazijn
voldoende bevestigingselementen bevat.
Bij minder dan 15 bevestigingselementen in het magazijn worden deze niet verder getransporteerd.
Het magazijn moet in dat geval eerst met meer elementstrippen worden gevuld.
3. Positioneer het apparaat op de plek voor het volgende bevestigingselement en herhaal de beschreven
arbeidsstappen. Neem daarbij de displayweergave in acht. → Pagina 45
De nagelpenetratie moet bij het begin van de werkzaamheden direct na de eerste indrijvingen en
vervolgens in regelmatige afstanden worden gecontroleerd, om de kracht van het apparaat correct
in te stellen en correcte indrijvingen te waarborgen.
6.2
Nagelpenetratie controleren
1. Controleer de nagelpenetratie met het kaliber.
Resultaat 1 / 3
•
De nagelpenetratie bevindt zich in het voorge-
schreven gebied.
Het vermogen van het apparaat is correct ingesteld.
De controle is beëindigd.
Resultaat 2 / 3
•
De nagelpenetratie is te groot.
▶ Vergroot het vermogen door het wiel voor de
krachtsregeling een stand hoger te draaien.
▶ Wanneer het wiel voor de krachtsregeling zich
al tegen de bovenste aanslag bevindt, - indien
beschikbaar - een krachtiger type patroon aan-
brengen.
Resultaat 3 / 3
•
De nagelpenetratie is te klein.
▶ Verlaag het vermogen door het wiel voor de
krachtsregeling een stand lager te draaien.
▶ Wanneer het wiel voor de krachtsregeling zich
al tegen de onderste aanslag bevindt, - indien
beschikbaar - een minder krachtig type patroon
aanbrengen.
2. Drijf nog een element in.
3. Herhaal de hiervoor genoemde arbeidsstappen, tot de correcte nagelpenetratie is bereikt.
6.3
Vermogen instellen
▶ Draai aan het krachtregelingswiel om de gewenste
vermogen in te stellen.
▶ De actuele instelling van het vermogen wordt
weergegeven.
52
Nederlands
Krachtsregelingswiel
@
Weergave van de ingestelde kracht
;
2241307
*2241307*