• Laat het toestel twee uur rusten wanneer het
toestel verticaal werd vervoerd of 24 uur wanneer
het toestel horizontaal werd vervoerd alvorens
het voor de eerste keer op het net aan te sluiten
zodat het koelgas opnieuw in de compressor kan
afdalen. Het niet-naleven van deze termijn zou
de compressor kunnen beschadigen.
• Dit koeltoestel mag niet als inbouwtoestel
worden gebruikt.
k
LimaatkLasse
Installeer het toestel enkel op een plaats waar de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het toestel werd ontworpen (zie
tabel hieronder).
De klimaatklasse staat op het kenplaatje op de buitenkant van het toestel. De tabel
hieronder geeft de juiste omgevingstemperatuur voor elke klimaatklasse weer:
Klimaatklasse
Onder en boven de aangeduide waarden van de omgevingstemperatuur kunnen
de prestaties van uw toestel worden beïnvloed met een risico voor het vervallen
van de voedingswaren.
V
oLdoende VentiLatie
Let op een goede luchtcirculatie aan de achterkant van het toestel. Plaats het niet tegen
een muur om geluiden door trillingen te vermijden. Let erop dat de lucht vrij rond het
toestel kan circuleren. Een slechte ventilatie veroorzaakt een slechte werking en een
stijging van het energieverbruik.
w
aterpas Zetten
Om zonder trillingen te werken, dient het toestel waterpas te staan.
Verstel hiervoor de twee verstelbare poten vooraan.
V.1.0
SN
N
ST
T
Omgevingstemperatuur
Van +10 tot +32°C
Van +16 tot +32°C
Van +16 tot +38°C
Van +16 tot +43°C
58