ning met de op het vermogenschild aangegeven bedrijfs-
spanning van de machine overeenstemt. Controleer de
kettingzaag voor aanvang van de werkzaamheden op
schade aan de behuizing, de netwerkkabel, de zaag-
ketting en het zaagblad. Gebruik de ketting nooit zonder
zaagkettingolie!
1. Olietank vullen (Afb. 1)
De kettingzaag mag nooit zonder kettingolie worden be-
diend, omdat dit tot beschadiging van ketting, zaag en
motor leidt. Bij bediening zonder kettingolie wordt in geval
van schade elk beroep op garantie afgewezen.
Gebruik a.u.b. alleen zaag kettingolie op biologische
basis, die 100% biologisch afbreekbaar is.
Biologische zaag kettingolie is bij elke vakhandel te
verkrijgen. Gebruik geen afdraai (motor) olie. Dit leidt tot
schade aan uw kettingzaag en tot verlies van het recht
op garantie.
• Haal voor het vullen van de olietank de stekker uit het
stopcontact.
• Draai de dop open en leg hem zo terzijde, dat de sluit-
ring in de tankdop niet zoek raakt.
• Vul ongeveer 210 ml olie met een trechter in de tank en
draai de tankdop stevig vast.
• De oliestand is op het kijkglas (1) af te lezen. Wanneer
u de machine gedurende langere tijd niet wilt gebrui-
ken, verwijder dan a.u.b. de kettingolie uit de olietank.
• Voordat de kettingzaag getransporteerd of verstuurd
wordt, dient de olietank eveneens te worden geleegd.
• Voordat u met het werk gaat beginnen moet u de
werking van de kettingsmering controleren. De zaag-
machine met gemonteerde zaag aanzetten en met
inachtneming van voldoende afstand boven open
grond houden (Voorzichtig en niet de grond raken!).
Is er een oliespoor op de ketting te zien, dan werkt de
kettingsmering correct.
• Leg na gebruik de kettingzaag horizontaal op een goed
absorberende ondergrond. Er kunnen door de verde-
ling van de olie op zwaard, ketting en aandrijving nog
een paar druppels olie naar buiten
2. Montage van zwaard en ketting (Afb. 2 - 6)
Opgelet! Risico op letsel. Gebruik bij de mon-
tage van de ketting veiligheidshandschoenen.
• Leg de kettingzaag op een stabiele ondergrond.
• Draai de vleugelmoer (7) linksom
van het kettingwiel (8) te openen (zie afb. 2).
• Stel de ketting (6) af op de geleiderail (5) (afb. 3). De
snijtanden moeten aan de bovenkant van het zwaard
naar voren wijzen (zie afb. 5).
• Let erop dat alle kettingschakels precies in de zwaard-
groef zitten en dat de zaagketting exact om het kettin-
gaandrijfwiel (A) heen geleid is (afb. 4).
• Breng de afdekking van het kettingwiel (8) aan en
draai de vleugelmoer (7) een stuk rechtsom
afdekking stevig vast te zetten.
• Stel daarna met de SDS-kettingspanring (17) de cor-
recte kettingspanning in (zie afb. 6).
NL | Gebruiksaanwijzing
3. Kettingsnelspanfunctie voor modellen met SDS
a) Richting + : Ketting spannen
b) Richting ̶ : Ketting losdraaien
Wanneer het apparaat met SDS is uitgerust, betekent
dat, dat je de ketting en het zwaard (geleiderail), zonder
inzet van het werktuig losmaken of spannen kan. Met de
kettingspanring (17) van de SDS kun je de spanning van
de ketting instellen. Met de vleugelmoer (7) van de SDS
kun je het zwaard losmaken of bevestigen.
Draai de vleugelmoer (7) een stuk linksom
na met de SDS-buitenring (17) de correcte kettingspan-
ning in (losmaken: ̶ / vast: +). Span de ketting zover, dat
deze in het midden van het zwaard ca. 3 mm opgelicht
kan worden, zoals in afb. 5 te zien is. Draai nu de vleugel-
moer (7) vast
De kettingspanning heeft grote invloed op de levensduur
van de zaag en moet vaak worden gecontroleerd. Bij ver-
warming van de ketting op gebruikstemperatuur zet de
ketting uit en moet nagespannen worden. Een nieuwe
zaagketting moet vaak nagespannen worden, voordat ze
op de juiste lengte gespannen is.
4. Aansluiting van de kettingzaag (Afb. 7)
Wij adviseren u om de kettingzaag te bedienen met
een lekstroom veiligheidsvoorziening met een maxi-
male afschakelstroom van 30mA.
Dit apparaat is voor het gebruik aan een elektriciteit-
snet voorzien van een systeem impedantie Z
door-geefpunt (de huisaansluiting) van maximaal 0,315
Ohm. De gebruiker moet zich ervan verzekeren, dat het
apparaat alleen gebruikt wordt op een elektriciteitsnet dat
aan deze eis voldoet. Zo nodig kan de systeem impedan-
tie bij het lokale elektriciteitsbedrijf worden opgevraagd.
komen.
, om de afdekking
Deze kettingzaag is voor de beveiliging van het aanslui-
tingssnoer uitgerust met een trekontlasting. Verbind eerst
de stekker van het apparaat met het aansluitsnoer. Maak
dan met het aansluitsnoer een nauwe lus en schuif deze
, om de
door de veiligheidsopening aan de onderkant van de
machine. Hang de lus in de haak op de manier zoals dit
op afbeelding 6 wordt getoond. De insteekverbinding is
nu tegen vanzelf losgaan beveiligd.
8
(afb. 6)
(afb. 6).
Opgelet: Gedurende de inlooptijd moet de ket-
ting vaker worden nagespannen. Onmiddellijk
naspannen wanneer de ketting gaat trillen of uit
de sleuf losraakt!
Gebruik alleen verlengsnoeren, die voor buiten-
gebruik zijn goedgekeurd en die niet lichter zijn
dan rubberen snoeren H07 RN-F volgens DIN/
VDE 0282 met minimaal 1,5 mm². Ze moeten
tegen spatwater beschermd zijn. Bij bescha-
diging van het aansluitsnoer van dit apparaat,
mag dit alleen door een door de fabrikant er-
kend reparateur worden vervangen, omdat hier-
voor speciaal gereedschap nodig is. Apparaten
die op verschillende plaatsen in de buitenlucht
worden gebruikt, dienen via een lekstroom vei-
ligheids-schakelaar te worden aangesloten.
. Stel daar-
op het
max