serieuze schade aanbrengen aan de bescherming en hiermee
kan aanspraak op garantie vervallen, of ervoor zorgen dat het
product niet meer in overeenstemming is.
Het 3M Adflo Motoraangedreven ademhalingsbescher-
mingsysteem mag niet gebruikt worden in de OFF-stand,
aangezien er dan een snelle opbouw van CO
vermindering van zuurstof in de hoofdkap kan ontstaan.
Zet de hoofdkap niet af en zet het 3M Adflo Motorsysteem
niet uit totdat u de verontreinigde omgeving hebt verlaten.
In de OFF-stand is beperkte of geen bescherming van het
ademhalingssysteem te verwachten.
Het 3M Adflo Motoraangedreven ademhalingsbescher-
mingsysteem mag niet gebruikt worden indien de motorunit te
weinig lucht levert (laag flowalarm). Gebruik de procedure om
de luchttoevoer te controleren, zoals beschreven in zie fig F:1.
Het 3M Adflo Motoraangedreven ademhalingsbescher-
mingsysteem mag niet gebruikt worden in brandge vaarlijke of
explosieve omgevingen
Let erop dat de luchtslang een lus kan vormen en door iets in
de omgeving opgepakt kan worden.
Indien u niet zeker bent van de concentratie van de
verontreiniging, of van de prestatie van de apparatuur, neem
dan contact op uw leidinggevende of veiligheidskundige. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel veroorzaakt door
het onjuiste gebruik of de verkeerde keuze van apparatuur.
APPARATUUR KENMERKEN
3M Adflo Motorunit heeft een EN 12941 markering.
Op de 3M Adflo Motorunit staat de productiedatum vermeld.
Zie voor de markering op de filters, hoofdkappen, batterijen en
lader de daarvoor bestemde gebruiksinstructie.
Markering op de apparatuur.
= Lees de instructies voor het gebruik.
= Moet worden verwijderd als elektronisch afval.
= Hergebruik
Serie no.
= Jaar, productieweek
VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK
Controleer of de apparatuur compleet is (zie fig A:1), onbeschadigd
en correct samengesteld. Beschadigde of defecte onderdelen
moeten voor gebruik vervangen worden.
Bevestig het 3M Adflo Motoraangedreven ademhalings bescher -
mingsysteem aan de riem (zie fig B:1).
Maak een keuze uit de goedgekeude ademslangen (zie
referentieblad voor goedgekeurde combinaties) en bevestig deze
aan het 3M Adflo Motorsysteem en hoofdkap (zie fig C:1).
Een 3M Adflo Motoraangedreven ademhalingsbescher ming-
systeem moet altijd gebruikt worden met een 3M Adflo Deeltjesfilter.
Alle andere 3M Adflo Filters zijn optioneel en moeten altijd gebruikt
worden in combinatie met het 3M Adflo Deeltjesfilter.
Controle van de luchttoevoer en alarmsysteem
Voor het gebruik moeten de luchttoevoer en het alarm systeem
altijd gecontroleerd worden (zie fig F:1). Het is mogelijk dat de
luchtstroommeter beneden zeeniveau niet de juiste aflezing geeft.
1. Controleer of het deeltjesfilter en de batterij juist zijn
gemonteerd, en of de batterij opgeladen is.
2. Monteer de ademslang aan het 3M Adflo motorsysteem en de
luchtstroomindicator aan het andere einde van de ademslang.
3. Zet het 3M Adflo motorsysteen aan op de laagste luchtsnelheid.
4. Dek de uitlaat van de luchtstroomindicator af met uw
hand totdat er een geluidssignaal te horen is en het rode
indicatielampje gaat branden.
5. Neem uw hand weg. Het alarm moet nu stoppen.
en een
2
6. Houdt de ademslang met luchtstroomindicator verticaal op
ooghoogte.
7. Wacht totdat de kogel op een vaste hoogte blijft (1-6 min) en
controleer vervolgens of de kogel boven, of op hetzelfde niveau
als de markering op de luchtstroomindicator is. Als de kogel
onder de markering blijft moet u een controle uitvoeren, zie het
hoofdstuk Storingzoeken.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Start
het
3M
Adflo
beschermingsysteem door het eenmaal indrukken van de ON-
knop (nominale luchttoevoer), of tweemaal (extra luchttoevoer).
Het indrukken van de ON-knop voor de derde keer laat de
motorunit terugkeren naar de nominale luchttoevoer.
Een groen LED lampje = nominale luchttoevoer
Twee groene LED lampjes
Druk de OFF-knop tenminste 1 seconde in om de motorunit uit
te schakelen.
Indien het rode LED-lampje brandt, samen met een hoorbaar
signaal, geeft dit aan dat de luchttoevoer te laag is (minder dan
de minimale ontwerp toevoersnelheid van de fabrikant). Indien
het signaal meer dan 2 minuten geactiveerd is wordt de 3M Adflo
motorunit automatisch uitgeschakeld.
De 3M Adflo motorunit heeft een drie staps batterij indicator (zie
fig E:1) die de resterende capaciteit aangeeft. Indien het derde
lampje gaat knipperen en er een waarschuwing hoorbaar is, dan
is er minder dan 8% van de capaciteit van de batterij beschikbaar.
Het waarschuwingssignaal zal na enige tijd merkbaar anders
worden en de 3M Adflo motorunit zal automatisch uitschakelen.
Zie het hoofdstuk Storingzoeken voor details.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Maak de uitrusting schoon met een mild schoonmaakmiddel en
een vochtige doek. Als u vermoedt dat de binnenkant van de
ademslang vuil is, dan moet u deze vervangen.
Gebruik geen oplosmiddelen of alcohol voor reiniging of
desinfectie. Niet onderdompelen in water of besproeien met
vloeistoffen.
De gas- en dampfilters kunnen niet gereinigd worden. Probeer
de vervuiling niet te verwijderen door gebruik te maken van een
luchtpistool aangezien dit het filter zal vernietigen, het systeem
dan niet de verwachte bescherming biedt, en de garantie
daarmee komt te vervallen.
De 3M™ Adflo™ Spark Arrestor/Pre filter helpt de 3M Adflo Particle
filter te beschermen en/of de levensduur ervan te verlengen en dient
te allen tijde te worden gebruikt.
Indien geen schone vonkenvanger gebruikt wordt is er een
groter risico voor brand in het deeltjesfilter.
ONDERHOUD
Het deeltjesfilter moet vervangen worden als de gebruiksduur
van de batterij te kort wordt, of het 3M Adflo motorsysteem niet
genoeg luchtstroom geeft. De grafiek
(zie fig I:1) toont de relatie tussen de gebruiksduur in uren ten
opzichte van het vollopen van het deeltjesfilter. Wanneer het rode
LED-lampje brandt, kunt u een beperkte batterij gebruiksduur van
de batterij verwachten en is het aan te bevelen om het deeltjesfilter
te vervangen. Let op! Het beginpunt (indicatorlampjes) is anders
indien een gas- en dampfilter toegevoegd is.
Motoraangedreven
ademhalings-
(zie technische specificatie)
= extra luchttoevoer (zie
technische specificatie)
17