1 Dosering reinigingsoplossing
2 Schakelaar reinigingsoplossing
3 Controlelampje Reinigingsoplossing
aanbrengen
4 Controlelampjes zuigen
Groen: zuigturbine in werking
Oranje, knipperend: zuigturbine over-
belast
5 Controlelampjes borstelaandrijving
Groen: borstel draait
Oranje, knipperend: borstel overbelast
6 Weergave batterijtoestand
Groen: batterij opgeladen
Oranje: batterij is bijna leeg
Rood: apparaat schakelt uit - batterij
opladen
7 Controlelampjes Eco Mode
8 Schakelaar Eco Mode
9 Apparaatschakelaar
Voor de inbedrijfstelling
Accu laden
Instructie:
Het apparaat beschikt over een beveiliging
tegen volledige ontlading, d.w.z. dat als de
nog toelaatbare minimale capaciteit wordt
bereikt, het apparaat wordt uitgeschakeld.
De oplaadtijd bedraagt ca. 3 uur.
Het laadapparaat beëindigt zelfstandig het
laadproces.
Indien nodig, kan het apparaat ook weer
gebruikt worden, voordat de batterij volle-
dig opgeladen is.
Netstekker in het stopcontact steken.
Weergave batterijlading
1 Batterij is opgeladen (groen)
2 Batterij wordt opgeladen (geel, knippe-
rend)
3 Storing (rood)
Stervormige handgreep voor transport-
stand losmaken.
Stuurkolom recht uitrichten.
Stervormige handgreep aanspannen.
Bedrijfsstoffen vullen
WAARSCHUWING
Gevaar voor beschadiging. Alleen de aan-
bevolen reinigingsmiddelen gebruiken.
Voor andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant een verhoogd risico met betrek-
king tot bedrijfsveiligheid, gevaar voor on-
gevallen en verlaagde levensduur van het
apparaat. Alleen reinigingsmiddelen ge-
bruiken die vrij zijn van oplosmiddelen,
zout- en vloeizuren.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Doseeraanwijzingen in acht nemen.
Handgreep vuilwatertank omhoog
zwenken.
Vuilwatertank eruit halen en apart zet-
ten.
Deksel verswater eraf nemen.
Schoon water (max. 50 °C) vullen.
Reinigingsmiddel toevoegen. Instructies
betreffende de dosering in acht nemen.
– 4
NL
Werking
51