1. Plaats het babyzitje op de zitplaats waar u het wilt plaatsen.
Trek aan de veiligheidsriem van de auto en zet deze vast in
de gesp, waarbij u de schootriem van de autogordel door de
zijgeleiders van het autozitje voert.
!
Het kinderzitje kan niet worden gebruikt als de gesp van
de veiligheidsriem (vrouwelijke gespkant) te lang is om het
kinderzitje veilig vast te zetten.
2. Schuif de diagonale riem in de achterste geleider.
3. Trek de gordel aan om het babyzitje stevig en veilig vast te
zetten.
26
!
Maak de autogordel zo strak mogelijk vast en controleer of
deze niet los zit of gedraaid is.
!
De autogordel mag geen druk uitoefenen op het kind.
Een goed gemonteerde autogordel is afgebeeld in Afb.
!
De heupgordel moet door de twee zijgeleiders gaan als in
Afb.
-1.
27
!
De sluiting in het voertuig is correct gesloten als in Afb.
-2.
27
!
De diagonaalgordel moet door de achterste geleider gaan,
als in Afb.
-3.
27
ii. Installatie met voet
zie afbeeldingen
-
28
34
1. Vouw de steunvoet uit het opslagvak.
2. Nadat de voet op de stoel is geplaatst, de instelknop voor de
steunvoet indrukken zodat deze op de bodem komt (Afb.
-1); als de indicator voor de steunvoet groen wordt, is hij
goed geplaast; rood betekent dat hij onjuist is geplaatst.
-2
!
De steunvoet heeft 8 standen. Als de steunvoetindicator
145
24
-1
24
25
27
28
29
29
rood is, betekent dit dat de steunvoet in de verkeerde
stand staat.
!
Controleer of de steunvoet vastzit door op de voorkant van
de voet te drukken.
3. Open de vergrendeling en geleid de autogordel door het
gordelpad (Afb.
-1), en maak deze vast in de gesp
30
(Afb.
-2).
30
4. Maak de autogordel zo stevig mogelijk vast terwijl u de voet
omlaag drukt, en controleer of hij niet los zit of gedraaid is.
Sluit de vergrendeling.
30
!
Controleer of de veiligheidsgordel niet beweegt door hard
aan de voet te trekken. Herhaal de procedure als de riem
losser of vaster komt.
De gemonteerde voet is afgebeeld in
!
Controleer of er geen ruimte is tussen de autostoel en de
onderkant van de voet.
!
De veiligheidsriem moet onder de grendel door gaan (Afb.
-1), niet eroverheen.
31
5. Druk het babyzitje omlaag in de voet (Afb.
babyzitje goed vastzit, is de vergrendelingsindicator voor het
babyzitje groen. Als het babyzitje niet goed vast zit, is de
indicator rood.
33
!
Trek het kinderzitje omhoog om te controleren of het goed
vast zit op de voet.
!
Het kinderzitje kan niet worden gebruikt als de gesp van de
veiligheidsriem (vrouwelijke gespkant) te lang is om het
voetstuk veilig vast te zetten.
6. Om het kinderzitje vrij te geven, trekt u het kinderzitje
omhoog terwijl u de knop voor vrijgave van het kinderzitje
indrukt.
34
-3
.
31
-2
31
). Als het
32
-1
33
146