03
Bedieningsorganen en display-aanduidingen
Voorpaneel
1
2
3
4
10
11
1
/I STANDBY/ON
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, licht de
voedingsindicator in het midden van de knop op.
• Druk op deze knop om het apparaat AAN/UIT te
zetten. Om de voeding IN te schakelen, drukt u op
de knop tot deze ingedrukt blijft.
2
STANDBY-indicator
Licht op wanneer het apparaat in de modus STAND-BY
is.
3
PURE AUDIO-indicator
Licht op wanneer de functie Pure Audio AAN is
(pagina 12).
4
Hi-Bit 32-indicator
Licht op wanneer de functie Hi-Bit 32 AAN is (pagina 12).
5
Display voorpaneel
(Raadpleeg de volgende beschrijving.)
6
Indrukken om de schijflade te openen en te sluiten
(pagina 9).
7
FUNCTION
Gebruik deze optie om de ingangsbron te wijzigen. De
bron verandert zoals hieronder weergegeven.
DISC iPod/USB DIG IN 1 DIG IN 2 Terug
naar het begin (niet-weergegeven).
8
Indrukken om het afspelen te stoppen.
8
Nl
5
6
7
8
9
12
13
14
9
Indrukken om het afspelen te starten. Het afspelen
pauzeren/hervatten.
10 Externe sensor
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening
(pagina 4).
11 iPod/USB -poort
Gebruiken om uw Apple iPod/iPhone/iPad (pagina 10) of
een USB-apparaat (pagina 11) aan te sluiten.
12 Schijflade
(pagina 9)
13
Indrukken om terug te keren naar het begin van de track
die momenteel wordt afgespeeld. Tweemaal indrukken
om terug te keren naar het begin van de vorige track.
Wanneer u de knop ingedrukt houdt, wordt de track die
momenteel wordt afgespeeld snel achteruitgespoeld.
• Wanneer u opnieuw drukt tijdens het snel
terugspoelen, zal de snelheid van het terugspoelen
wijzigen in vier stappen.
14
Indrukken om door te gaan naar het begin van de
volgende track. Wanneer u de knop ingedrukt houdt,
wordt de track die momenteel wordt afgespeeld snel
vooruitgespoeld.
• Wanneer u opnieuw drukt tijdens het snel
vooruitspoelen, zal de snelheid van het
vooruitspoelen wijzigen in vier stappen.
Display voorpaneel
1
2
3
4
12 13 14
15
1
USB/iPod
Licht op tijdens het afspelen van USB-flashgeheugen of
iPod/iPhone/iPad.
2
DACmode
Het licht zal lichten wanneer het apparaat als D/A-
omvormer wordt gebruikt (pagina 12).
3
SACD/CD/DSD
De indicatorlampjes die overeenkomen met het
schijftype dat momenteel wordt afgespeeld.
4
PGM
Licht op tijdens geprogrammeerd afspelen (pagina 9).
5
TRK
Licht op wanneer het tracknummer samen met de
verstreken of resterende afspeelduur wordt
weergegeven.
6
FILE
Licht op wanneer een bestandsnaam wordt
weergegeven.
7
REPEAT
Licht op tijdens herhaald afspelen (pagina 9).
8
RANDOM
Licht op tijdens willekeurig afspelen (pagina 9).
9
ALL
Licht op tijdens herhaald afspelen van schijf (pagina 9).
10 TOTAL
Licht op wanneer de resterende afspeelduur van de
schijf wordt weergegeven.
11 REMAIN
Licht op wanneer de resterende afspeelduur voor de
track of schijf wordt weergegeven.
5
6
7
8
9
10
16
12 S.RTRV
Licht op wanneer de functie Sound retriever AAN is
(pagina 12).
13 SET UP
Licht op wanneer de functie voor automatisch
uitschakelen wordt ingesteld (pagina 12).
14 ALC
Licht op wanneer de functie Auto Level Control
(automatisch niveaubeheer) AAN is (pagina 12).
15
Licht op tijden snel vooruitspoelen.
Licht op tijden snel terugspoelen.
Licht op tijdens het afspelen.
Licht op tijdens de pauzemodus.
16 Alfanumeriek display
11