Bedieningsorganen en display-aanduidingen
Hoofdstuk 3:
Bedieningsorganen en display-
aanduidingen
Afstandsbediening
1
12
2
3
13
4
14
5
15
6
7
8
16
9
17
10
11
18
STANDBY/ON
1
Schakelt het toestel tussen stand-by en Aan.
2
Cijfertoetsen
Gebruik deze knoppen als u een bepaalde track wilt
opgeven om deze af te spelen. Gebruik de cijfertoetsen
om de track te selecteren en druk vervolgens op ENTER
om de selectie te bevestigen.
3
CLEAR
Indrukken om de inhoud die voor geprogrammeerd
afspelen is ingesteld, te wissen (pagina 9).
4
SETUP
Gebruiken voor het instellen van de functie voor
automatisch uitschakelen (pagina 12).
///
5
Gebruik deze knoppen voor het selecteren van
items, het wijzigen van instellingen en het
verplaatsen van de cursor.
ENTER
Gebruik dit om het geselecteerde item te
implementeren of om een instelling die u hebt
gewijzigd, in te voeren.
6
iPod MENU
Gebruik bij het bedienen van het iPod/iPhone/iPad-menu.
7
Indrukken om terug te keren naar het begin van de
track die momenteel wordt afgespeeld. Tweemaal
indrukken om terug te keren naar het begin van de
vorige track.
Indrukken om het afspelen te starten. Het afspelen
pauzeren/hervatten.
Indrukken tijdens het afspellen om vooruit te gaan
naar het begin van de volgende track.
Indrukken om snel terug te keren in de track die
momenteel wordt afgespeeld. Als opnieuw op de
knop wordt gedrukt tijdens snel terugspoelen, wijzigt
de snelheid voor het terugspoelen in vier stappen.
Indrukken om het afspelen te stoppen.
Indrukken om snel vooruit te spoelen in de track die
momenteel wordt afgespeeld. Als opnieuw op de
knop wordt gedrukt tijdens snel vooruitspoelen,
wijzigt de snelheid voor het vooruitspoelen in vier
stappen.
8
Knoppen voor ingangsselectie
(DIG IN 1, DIG IN 2, iPod/USB)
Indrukken om een ingangsbron te
selecteren.(pagina 10, 11, 12).
9
SACD/CD
Indrukken om de ingang van het apparaat te schakelen
naar SACD/CD. Als u, in het geval van hybride SACD-
schijven, op deze knop drukt terwijl het afspelen is
gestopt, verandert het afspeelgebied van de schijf
(pagina 12).
10 REPEAT
Indrukken om herhaald afspelen te starten
(pagina 9).
RANDOM
Indrukken om willekeurig afspelen te starten
(pagina 9).
PROGRAM
Indrukken om geprogrammeerd afspelen te starten
(pagina 9).
11 PURE AUDIO
Druk op deze knop om de modus Pure Audio te
activeren. In deze modus blijft de audioweergave
uitgevoerd met de hoogste natuurgetrouwe weergave
van de originele geluiden (pagina 12).
12 OPEN/CLOSE
Indrukken om de schijflade te openen en te sluiten
(pagina 9).
Achterpaneel
Zie pagina 5 voor details over aansluitingen.
DIGITAL IN
DIG IN 1
DIG IN 2
1
2 3 4 5
6
1
CONTROL IN/OUT-aansluiting
2
DIGITAL OUT (COAXIAL)-aansluiting
3
DIGITAL OUT (OPTICAL)-aansluiting
4
DIGITAL IN (DIG IN 1 COAXIAL)-
aansluiting
13 ENTER
Gebruik dit om het geselecteerde item te implementeren
of om een instelling die u hebt gewijzigd, in te voeren.
14 DISPLAY
Indrukken om verschillende gegevens over de schijf
weer te geven, inclusief de verstreken en resterende
afspeelduur (pagina 10).
15 DIMMER
Indrukken om de helderheidsniveaus voor het
voorpaneeldisplay van de hoofdeenheid en de indicators
te wijzigen (pagina 12).
16 ALC
Indrukken om Auto Level Control (automatisch
niveaubeheer) AAN/UIT te zetten (pagina 12).
17 S.RETRIEVER
Indrukken om af te wisselen tussen de instellingen van
de functie Sound retriever (pagina 12).
18 Hi-Bit 32
Indrukken om functie Hi-Bit 32 AAN/UIT te zetten
(pagina 12).
7
5
DIGITAL IN (DIG IN 2 OPTICAL)-
aansluiting
6
ANALOG OUT-aansluitingen
7
AC IN-aansluiting
03
7
Nl