Zijkanten
In hoogte verstelbare armleuning
Bevestiging: laat de stang van de armleuning in de houder op
het rolstoelframe glijden tot hij niet verder kan.
Aanpassing hoogte:
Trek de stang van de armsteun uit de houder.
Stel de positie van de beugel (1) door de schroef (2) te
verwijderen, waarna u de beugel in de gewenste positie kunt
zetten. Plaats de schroef terug en draai deze weer aan.
Laat de stang van de armsteun weer in de houder glijden, (Fig.
5.31).
Positie kussen armleuning:
De armleuning (het kussen) kan worden aangepast door de
schroeven (3) los te maken, en de armleuning in de gewenste
positie te plaatsen. Draai daarna de schroeven weer aan (Fig.
6.24).
Aanpassing armsteunhouder
Door middel van de twee schroeven (1) kan de armsteunhouder
strakker of losser worden vastgezet (Fig. 5.32).
Zijkant met kledingbescherming (Fig. 5.33)
Met de kledingbescherming wordt kleding niet vuil door
opspattend
water. U kunt de positie ten opzichte van het achterwiel instellen
door de zijkanten te bewegen.
Verwijder hiervoor de schroeven (1 en 2).
Nadat u de zijkanten in de gewenste positie heeft geplaatst,
draait u de schroeven opnieuw aan (zie de pagina betreffende
draaimoment).
WAARSCHUWING!
Noch de armleuningen, noch de opvulkussens mogen worden
gebruikt om de rolstoel te
tillen of te dragen
Fig. 5.31
3
1
2
Fig. 5.33
1
Fig. 5.32
1
2
Zijkanten - Kledingbeschermers
(Fig. 5.34)
Kledingbeschermers voorkomen
dat opspattend water op uw
kleding komt. Hun positie ten
opzichte van de achterwielen
kan ingesteld worden door de
zijkanten aan te passen. Hiervoor
dient u de schroeven (1 en 2) te
verwijderen. Nadat u de zijkanten
in de gewenste positie hebt gezet,
plaatst u de schroeven terug en
draait u deze aan (zie de pagina over draaikracht).
WAARSCHUWING!
Noch de armleuningen, noch de opvulkussens mogen worden
gebruikt om de rolstoel te tillen of te dragen.
Zijkanten, aluminium, met een
bout met bescherming tegen
koud weer (Fig. 5.35)
Kledingbeschermers (optioneel)
voorkomt dat water spettert en de
kleding vuil maakt.
Hun positie ten opzichte van de
achterwielen kan ingesteld worden
door de zijkanten aan te passen.
Hiervoor dient u de schroeven
(1 en 2) te verwijderen. De
armsteunen (optioneel) kunnen aangepast worden tot de
gewenste hoogte nadat de schroeven (3) zijn verwijderd.
Als u klaar bent, moet u controleren of alle schroeven stevig
aangedraaid zijn (zie de pagina over torque sleutel).
WAARSCHUWING!
Noch de armleuningen, noch de opvulkussens mogen worden
gebruikt om de rolstoel te tillen of te dragen.
Opties – One-arm-drive
One-arm-drive
(Fig. 5.36 - 5.36.1)
Om de rolstoel recht
vooruit te laten rijden,
moeten beide hoepels
tegelijkertijd worden
gebruikt. Om de rolstoel op
te vouwen, koppelt u de
telescopische stang los
door deze naar binnen te
duwen (1). Om de wielen te
verwijderen, drukt u op de
vergrendelingsknop op de
as (2).
OPGELET!
Fig. 5.36.1
Controleer altijd of
de verbindingen op
de juiste wijze zijn
bevestigd, om letsel
te voorkomen.
Fig. 5.34
2
1
Fig. 5.35
2
1
Fig. 5.36
2
1
EASY 200-300
109