Werkblad
Werkblad (Fig. 5.46)
Hiermee kunt u krukken
meenemen op de rolstoel.
Alvorens u een werkblad
gebruikt, moet een erkende
dealer dat aanpassen aan
de breedte van de zitting. De
gebruiker moet tijdens de testrun
in de rolstoel zitten.
Stabilisatiestang
Inklappende stabilisatiestang
Deze stang dient om de
rug te stabiliseren. Om de rolstoel
te kunnen opklappen,
moet de ontkoppelingshendel
naar binnen worden geduwd (Fig.
5.47) of worden losgekoppeld
en de stabiliseerstang moet naar
beneden worden geklapt. Bij
het uitklappen van de rolstoel dient u ervoor te zorgen dat de
stabilisatiestang op zijn plaats is vergrendeld.
Transitwielen
Transitwielen (Fig. 5.48)
U kunt transitwielen gebruiken
wanneer uw rolstoel met zijn
gewone achterwielen te breed
is (bijv. in vliegtuigen, bussen,
enz.). Nadat u de achterwielen
met behulp van de quick-release-
assen hebt verwijderd, kunt u
de transitwielen onmiddellijk
gebruiken om te blijven rijden.
De transitwielen zijn zodanig
gemonteerd dat ze zich ongeveer
30 mm boven de grond bevinden
wanneer u ze niet gebruikt. Ze
zitten dus niet in de weg wanneer
u rijdt, tijdens transport, of
wanneer u de rolstoel kantelt om
over hindernissen te rijden (bijv.
stoepranden, trappen, enz.).
WAARSCHUWING!
Uw rolstoel heeft geen
wielvergrendelingen wanneer u de
transitwielen gebruikt.
EASY 200-300,
112
Fig. 5.46
Fig. 5.47
Fig. 5.48
Fig. 5.46
6.0 Dagelijkse controle
OPGELET!
Als gebruiker bent u de eerste die mogelijke defecten opmerkt.
Wij adviseren daarom dat u de onderstaande punten controleert
voor ieder gebruik:
•
Controleer of de bandenspanning correct is.
•
Controleer of de remmen goed werken.
•
Controleer of alle verwijderbare onderdelen, zoals
armsteun, voetsteun, quick-release as en dergelijke, goed
vast zitten.
•
Controleer op zichtbare schade aan bijvoorbeeld het frame,
de rugleuning, bespanning van zitting en rugleuning,
wielen, voetplaten enzovoorts.
Als u schade of slecht functionerende onderdelen ontdekt,
neem dan contact op met uw erkende dealer.
7.0 Banden en montage
WAARSCHUWING!
Zorg er altijd voor dat de druk van de banden correct
blijft (min. 3,5 bar) want dat is nodig om de
rolstoel goed te laten presteren.
Als er niet genoeg druk op de banden staat, zal de rolweerstand
toenemen waardoor u een grotere inspanning moet leveren
om de rolstoel voort te bewegen; bovendien maakt een lage
bandendruk de rolstoel minder wendbaar.
WAARSCHUWING!
Als de bandendruk te groot is, kan de band springen.
De juiste druk voor een bepaalde band staat vermeld op het
oppervlak van de band zelf (min. 3,5 bar).
De banden zijn op dezelfde manier op de velg aan te brengen
als gewone fietsbanden.
Alvorens u een nieuwe binnenband oplegt, moet u altijd
controleren of er zich geen vreemde voorwerpen bevinden op
de basis van de velg en de binnenzijde
van de band.
Controleer de druk nadat u een band opgelegd of hersteld hebt.
Het is voor uw veiligheid en voor de goede werking van uw
rolstoel van erg groot belang dat de voorgeschreven luchtdruk
altijd gehandhaafd blijft en dat de banden in goede conditie zijn.