3M Aircare ACU-01 Instrucciones De Uso página 13

GEBRUIKSINSTRUCTIES
Lees deze instructies samen met alle andere gebruikersinstructies die van toepassing zijn op het
volledige ademhalingssysteem.
DE VERPAKKING VERWIJDEREN
Het volgende behoort in de verpakking van de 3M™ Aircare ACU-01/ACU-02 Unit aanwezig te zijn:
a) Luchtfiltereenheid in wand- of vloeruitvoering.
b) Verloopstuk 1/2" - 3/8"
c) Verbindingsstuk 3/8" mannelijk/mannelijk (2)
d) Gebruikersinstructies (DV-2563-0075-2)
VOORWOORD
Wanneer de gebruikersinstructies van dit product niet worden opgevolgd of het ademhalingssysteem niet altijd
tijdens blootstelling wordt gedragen, kan dit nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid van de drager en tot
ernstige ziekte of blijvende invaliditeit leiden. De garantie kan daardoor komen te vervallen.
Als u twijfelt of het product geschikt is voor uw arbeidsomstandigheden, raden wij u aan advies in te winnen bij een
ARBO-deskundige of contact op te nemen met de afdeling 3M OH&ES Technical Affairs van uw plaatselijke
3M-vestiging. U vindt de adressen en telefoonnummers op de achterkant van dit boekje.
OMSCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De Aircare ACU-01/ACU-02 Unit levert lucht van hoge kwaliteit die afkomstig is uit een externe bron met perslucht. De
lucht wordt gezuiverd van waterdruppels, vaste deeltjes en geuren. Dit gebeurt in drie stappen. In de eerste stap worden
waterdruppels en vaste deeltjes vanaf 5 micron verwijderd. In de tweede stap worden door middel van een samengesteld
filter deeltjes vanaf 0,01 micron en op water en olie gebaseerde aërosols vanaf 0,01 mg/m
worden door middel van een absorptiefilter met actievekool alle dampen vanaf 0,003 ppm en hinderlijke geuren verwijderd.
GOEDKEURINGEN
Dit product wordt geleverd door 3M Verenigd Koninkrijk PLC voor gebruik in combinatie met apparaten met
luchttoevoer waarvan de druk en de stroomsnelheid zijn afgestemd op de filtereenheid. De kwaliteit van de gefilterde
lucht voldoet aan de vereisten van de internationale standaard ISO 8573-1 klasse 1-1. Deze klassen verwijzen naar de
deeltjesgrootte en het maximumaantal deeltjes per m 3
gespecificeerde klasse voor waterdamp.
GEBRUIKSBEPERKINGEN
Gebruik deze luchtfiltereenheid strikt overeenkomstig alle instructies in deze handleiding.
Zorg er altijd voor dat:
Het systeem alleen door getraind personeel wordt gebruikt.
De bron van de luchttoevoer bekend is.
De zuiverheid van de luchttoevoer bekend is.
De luchttoevoer van een adembare kwaliteit overeenkomstig EN 12021 is.
Gebruik het apparaat niet in een omgeving waar het zuurstofgehalte lager is dan 19,5%. (Dit is volgens de definitie van
3M. De limiet voor zuurstoftekort kan per land verschillen. Vraag bij twijfel advies.)
Gebruik het apparaat niet in een omgeving die onmiddellijk levens- of gezondheidsbedreigend is (IDLH).
Gebruik het apparaat niet om giftige stoffen en gassen te filteren.
Gebruik het apparaat niet met verstikkende stoffen.
Gebruik het apparaat niet bij temperaturen lager dan -10°C of hoger dan +50°C. Raadpleeg voor gebruik bij hogere
temperaturen (+50°C tot 80 °C) het gedeelte Onderhoud voor implicaties.
Overschrijd de maximale werkdruk van 10 bar niet.
Neem contact op met de afdeling OH & ES Technical Affairs van uw plaatselijke 3M-vestiging wanneer het apparaat is
bedoeld voor gebruik in een explosieve atmosfeer.
MARKERING VAN DE APPARATUUR
Ieder filter is gemarkeerd met het bijbehorende nummer.
De richting van de luchtstroom is gemarkeerd met een pijl.
P < 10 bar geeft de maximale werkdruk aan.
-10°C < t < 50°C geeft het bedrijfstemperatuurbereik aan.
3 verwijderd. In de derde stap
, en naar de maximumconcentratie olie. De '-' verwijst naar de niet-
27
6 INSTALLATIE
Alleen voor de filtereenheid voor wandmontage: controleer of de steunen voor wandmontage goed aan de filtereenheid
zijn bevestigd. Bevestig de filtereenheid compleet met de toevoer- en afvoerslangen aan de muur. Zie figuur 1.
Filtereenheden voor vloer- en wandmontage: de koppelingen voor de toevoer- en afvoerslangen moeten voor het eerste
gebruik worden bevestigd. Deze bevestiging moet zodanig gebeuren dat de aansluiting luchtdicht is. Raadpleeg de pijlen
op de filterstappen voor de richting van de luchtstroom. Bevestig Broomwade-, Rectus- en CEJN-koppelingen,
verkrijgbaar bij 3M, aan de eenheid met het 3/8" verbindingsstuk, mannelijk, dat is meegeleverd. Sluit de filtereenheid
aan op de luchttoevoer en sluit de toevoerslang voor de perslucht aan.
Sluit de drukmeter luchtdicht aan.
De optionele beveiligingsset kan volgens figuur 2 worden bevestigd.
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
Controleer of de apparatuur compleet, onbeschadigd en correct gemonteerd is. Eventuele beschadigde of defecte
onderdelen moeten voor het gebruik worden vervangen. Controleer de luchttoevoerslangen op beschadigingen en ga na of
de verbindingen luchtdicht zijn. Controleer of de filterkommen stevig op het verdeelstuk zijn bevestigd en of ze geen
vloeistof bevatten. Laat de vloeistof indien nodig weglopen. Controleer of de gefilterde lucht geursporen bevat. Bij
aanwezigheid van geur vervangt u het filterelement 3 (zie de sectie Onderhoud). Voer een luchtstroomcontrole uit zoals
beschreven in de gebruikersinstructies van het apparaat dat van gefilterde lucht wordt voorzien. Het kan nodig zijn de
regelaar op filterelement 1 van de luchtfiltereenheid aan te passen. Als de differentiële drukindicator boven aan filterelement
2 rood aangeeft of de vereiste luchtstroom niet kan worden bereikt, vervangt u filterelement 2 (zie de sectie Onderhoud).
IN GEBRUIK
Schakel de luchttoevoereenheid in en stel de druk in op het gewenste niveau met de regelaar op filterelement 1.
Verlaat het besmette gebied onmiddellijk als:
a) een onderdeel van het systeem beschadigd raakt;
b) de luchtstroom naar de hoofdkap afneemt of stopt;
c) ademhalen moeilijk wordt;
d) duizeligheid of ander ongemak optreedt;
e) u verontreinigde stoffen proeft of ruikt of irritatie optreedt.
Draai na gebruik de regelaar op filterelement 1 helemaal tegen de klok in om de druk in de luchtfiltereenheid uit te
schakelen.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Gebruik een schone doek, vochtig gemaakt met een milde oplossing van water en vloeibare huishoudzeep om alle
externe oppervlakken van de filtereenheid schoon te maken.
Gebruik geen benzine, gechloreerde ontvettingsmiddelen (zoals trichloorethyleen), organische oplosmiddelen of
schuurmiddelen om de filtereenheid of onderdelen daarvan te reinigen.
Gebruik reinigingsdoekjes (3M 105) om het apparaat te ontsmetten.
ONDERHOUD
Onderhoud, service en reparaties mogen alleen door vakkundig geschoold personeel worden uitgevoerd.
Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of het aanbrengen van niet-geautoriseerde wijzigingen kan leiden tot
levensgevaar of gevaar voor de gezondheid en kan de garantie ongeldig maken.
Onderdelen die worden vervangen, behoren te worden verwijderd in overeenstemming met de plaatselijke regels voor
veiligheid, gezondheid en milieu.
Filterelementen vervangen:
Open/sluit de klembeugel zoals wordt aangegeven in figuur 3 en verwijder het filterelement indien nodig.
Verwijder de kom/het filterelement zoals aangegeven in figuur 4.
Verwijder het oude element en plaats een nieuw element. Zie figuur 5.
Filters aftappen:
De filterelementen 1 en 2 zijn uitgerust met een semi-automatische afvoer, waarmee vloeistof wordt afgevoerd wanneer
de eenheid wordt ontlucht. Element 3 is uitgerust met een handmatige afvoer. Vloeistof die in element 3 wordt verzameld,
kan worden verwijderd door de afvoer even kort open te draaien.
28