Gebruiksaanwijzingen
NL
INSTALLATIE EN PLAATSING
De luchtontvochtigers van Wood's zijn gemakkelijk
te verplaatsen, maar denk aan de volgende punten:
• Als de luchtontvochtiger is verplaatst, laat deze
dan 4 uur staan voordat u hem gaat gebruiken.
Het is erg belangrijk dat de olie eerst terug
is gelopen naar de compressor, omdat de
luchtontvochtiger anders ernstig beschadigd kan
raken.
• De luchtontvochtiger mag niet vlak bij radiators
of andere warmtebronnen of in de volle zon
worden geplaatst, omdat hierdoor zijn prestaties
verminderen.
• Houd ten minste 25 cm afstand van wanden
en andere obstakels om de luchtstroom te
maximaliseren.
• Plaats de ontvochtiger in het midden van de
ruimte voor optimale prestaties.
• Zorg ervoor dat de luchtstroom van de inlaat en
uitlaat niet geblokkeerd zijn.
LET OP!
Wanneer hij wordt geplaatst in een douche of
badruimte, moet de luchtontvochtiger worden
vastgezet op de door u gekozen plek. U bent
verplicht om voor gebruik de plaatselijke
voorschriften betreffende elektriciteit in
badkamers te controleren en te volgen.
INSTALLATIE:
1.
Plaats de ontvochtiger op een vlakke en
stevige ondergrond, bij voorkeur in het
midden van de ruimte.
2.
Sluit de luchtslang aan op de
luchtkanaalaansluiting door de slang linksom
te draaien. Sluit de luchtkanaalaansluiting
aan op de luchtontvochtiger door deze
naar beneden te schuiven in de daarvoor
bestemde sleuf aan de zijkant van het
apparaat. Leg de slang naar de gewenste
plaats.
3.
Sluit een waterslang aan op de
slangkoppeling van het apparaat. Raadpleeg
het gedeelte over waterafvoer.
4.
Sluit alle ramen en ventilatie in de ruimte.
Anders zal vochtige lucht van buiten de
ruimte in blijven stromen.
5.
Sluit de display-unit met de verbindingskabel
aan op de luchtontvochtiger. Sluit de
luchtontvochtiger aan op een stopcontact
randaarde.
6.
Zet het apparaat aan met de
hoofdschakelaar. Eenmaal aangesloten, klinkt
er een zoemer en brandt het display.
7.
Start het apparaat door op de AAN/UIT-knop
op het display te drukken.
8.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Op het display staat de huidige relatieve
luchtvochtigheid rond de luchtontvochtiger.
DE HYGROSTAAT
De luchtontvochtiger gaat alleen aan de slag
wanneer de omgevingsvochtigheid de door u
gewenste en ingestelde waarde overschrijdt.
Wanneer de ingestelde luchtvochtigheid is bereikt,
schakelt het apparaat de werking automatisch
uit en gaat weer op dezelfde manier aan de slag
wanneer de luchtvochtigheid stijgt.
GEHEUGENFUNCTIE EN AUTOMATISCHE
HERSTART NA STROOMUITVAL
In het geval van een stroomstoring zal het apparaat
automatisch volgens uw laatste instellingen
herstarten zodra de storing verholpen is.
AUTOMATISCH ONTDOOIEN
42
De DSC95/DSC95P beschikt over een functie
waardoor de in koudere ruimtes kunnen
functioneren zonder dat er ijsvorming plaatsvindt
op de koelspiralen. Het apparaat zal automatisch
ontdooien wanneer dat nodig is. Wanneer
het apparaat in de ontdooimodus is, wordt
de compressor uitgeschakeld en staat er een
pictogram op het display. Het ontvochtigen van
de lucht zal worden hervat zodra het ontdooien
klaar is.
AUTOMATISCHE WATERPOMP (ALLEEN
DSC95P)
De DSC95P heeft een waterpomp die het
condenswater automatisch afvoert wanneer dat
nodig is.
WATERAFVOER
Een afvoerslang moet op de machine worden
aangesloten (slang niet meegeleverd). Leid de
slang naar een afvoer. Als er geen afvoer naar
het riool aanwezig is, kan de slang via een andere
opening in een muur worden gelegd om het water
naar buiten af te voeren. Echter niet naar boven voor
de DSC95 (zonder pomp).
DSC95P met pomp (pagina 2 afbeelding B1):
1. Sluit een ½" tuinslang (niet meegeleverd) aan
op het plastic mondstuk en zet de slang vast
met de slangklem.
2. Steek het mondstuk volledig over de
uitstekende plug op het apparaat.
3. Leg het andere uiteinde van de slang naar een
afvoer. De afvoer mag niet hoger dan 10 m
boven de luchtontvochtiger zitten.
Als het slangmondstuk om welke reden dan ook
moet worden losgemaakt van de luchtontvochtiger,
drukt u de borgrand van de uitstekende plug naar
binnen en trekt u het mondstuk naar buiten.
DSC95 zonder pomp (pagina 2 afbeelding B2):
1. Sluit een tuinslang aan op een slangkoppeling.
2. Leg de slang door het onderste gat naar een
afvoer. LET OP! De afvoer moet zich onder de
machine bevinden.
3. Schroef het meegeleverde deksel erop.
LUCHTAFVOERSLANG
Met een aangesloten slang op de luchtafvoer
kan de droge, warme lucht naar een aansluitende
kamer of ruimte worden geleid. Dit is vooral gunstig
voor grote of verdeelde kruipruimtes of kelders
met meerdere ruimtes. Gebruik de slang die met de
luchtontvochtiger is meegeleverd.
LUCHTFILTER
Het luchtfilter voorkomt dat stof en vuil in de
luchtontvochtiger terechtkomen, dit verlengt de
verwachte levensduur. Het reinigt ook de lucht
omdat stof en andere deeltjes worden verzameld
in het filter. Het filter moet regelmatig gereinigd
worden, anders kan de ontvochtiger zijn capaciteit
verliezen en ernstig beschadigd raken.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
Gebruik een zachte, vochtige doek om de
buitenkant van de unit schoon te maken.
Gebruik geen oplosmiddelen of sterke
schoonmaakmiddelen want deze kunnen het
oppervlak van de luchtontvochtiger beschadigen.
Het is belangrijk om het luchtfilter regelmatig te
controleren en schoon te maken wanneer dat
nodig is.
- Het luchtfilter is gemakkelijk bereikbaar aan de
achterkant van het apparaat en kan met een
stofzuiger worden afgezogen. Zorg ervoor dat
het filter goed is gemonteerd om te voorkomen
dat ongefilterde lucht het apparaat binnendringt.
- Het uitlaatrooster aan de voorkant kan met een
stofzuiger of een borstel worden schoongemaakt.
- De koelspiralen worden het beste
schoongemaakt met een doek en warm water.
- De ventilatormotor is levensduur gesmeerd en
vereist geen onderhoud.
- (alleen DSC95P) Het filter van de pomp moet om
de zes maanden worden geïnspecteerd en, indien
nodig, gereinigd. Koppel de luchtontvochtiger
los van de voeding. Open het luik aan de
luchtinlaatzijde van het apparaat door de
schroeven te verwijderen. Maak de klittenband
los waarmee de pomp vastzit en schroef de
slangaansluiting onder de opvangbak los. Schuif
de pomp naar buiten en til hem voorzichtig op.
Zorg ervoor dat er geen spanning komt te staan
op de slang of de bedrading.
Verwijder en inspecteer het filter en reinig
het indien nodig. Het terug plaatsen gaat in
omgekeerde volgorde.
LET OP!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
gaat schoonmaken.
TIPS
• Voor maximale ontvochtigingscapaciteit in een
ruimte is het raadzaam de luchttoevoer van buiten
en van aangrenzende kamers zo klein mogelijk
te maken: sluit deuren en ventilatie-openingen.
Plaats indien mogelijk de ontvochtiger in het
midden van de ruimte.
• Verhoog de temperatuur in de kamer voor
snellere ontvochtiging. (Hete lucht kan meer
water opnemen). Gebruik een vorstbeschermer
als de temperatuur onder +2°C kan komen
• De luchtontvochtiger haalt in de zomer en
herfst meer water uit de lucht omdat de
buitenlucht dan warm en vochtig is. (De absolute
luchtvochtigheid is meestal hoger).
• De hoeveelheid vocht die een luchtontvochtiger
verwijdert hangt af van de temperatuur,
vochtigheidsgraad en plaatsing. Het weer
buitenshuis is ook van invloed op de prestaties
van de luchtontvochtiger. De relatieve
luchtvochtigheid binnenshuis gaat omlaag bij
koud weer, waardoor de vochtabsorptie door de
luchtontvochtiger kleiner is. De ontvochtiger is
daarom het meest geschikt voor gebruik in het
temperatuurbereik van +2˚C tot +35˚C.
AANBEVOLEN GEBRUIKSGRENZEN
• Temperatuur: +2°C tot +35°C
• Relatieve luchtvochtigheid: 35% tot 90%
• Aanbevolen luchtvochtigheid, ca. 50% RV
BELANGRIJK!
Wood's luchtontvochtiger moet worden
aangesloten op een geaard stopcontact met
een spanning van 220V-240V 50Hz.
WANNEER DE LUCHTONTVOCHTIGER EEN
ONDERHOUDSBEURT NODIG HEEFT
Als de luchtontvochtiger onderhoud nodig heeft,
moet u eerst contact opnemen met uw leverancier.
Voor alle garantieclaims is een aankoopbewijs
nodig.
GARANTIES
Tweejarige garantie op productiefouten. Houd er
rekening mee dat de garantie alleen geldig is op
vertoon van een aankoopbewijs.
BEWAAR UW BONNETJES!
Aankoopbewijzen zijn vereist voor elke
garantieclaim tijdens de periode.