Tabel 2 Lampbeschrijvingen
Lamp
Beschrijving
Brandt wanneer de lichtbron van het instrument is
ingeschakeld.
Knippert wanneer niet voldoende licht aanwezig is voor een
meting.
CAL?
"CAL?" in wordt weergegeven tijdens een kalibratie als de
kalibratiegegevens niet binnen het acceptabele bereik
liggen.
Knippert wanneer het instrument moet worden gekalibreerd.
Opmerking: Het CAL?- lampje is van toepassing wanneer een
monsterkuvet van 25 mm wordt gebruikt. Negeer het CAL?- lampje als
het brandt tijdens een kalibratie wanneer er een kleinere monsterkuvet
wordt gebruikt. Druk op UNITS/Exit om metingen te starten.
Manual
"MANUAL" (handmatig) wordt weergegeven boven het label
(handmatig)
voor bereikmodus wanneer het instrument in de modus voor
handmatig bereik staat.
Automatisch
"AUTO" wordt weergegeven onder het label voor
bereikmodus wanneer het instrument in de modus voor
automatisch bereik staat.
RATIO
Brandt wanneer ratio aan staat.
FLOW
Brandt wanneer de bedrijfsmodus voor doorstroming is
geselecteerd.
Knippert wanneer de doorstroomcyclus is voltooid.
PRINT
Brandt wanneer de printerintervalfunctie is geselecteerd.
Knippert wanneer een printerinterval is geselecteerd maar
niet actief is.
SIGNAL
Brandt wanneer signaalgemiddelde is ingeschakeld.
AVG
CAL
Brandt wanneer de kalibratie- of nulstellingsmodus is
geselecteerd.
Zero
SETUP
Brandt wanneer de instellingenmodus is geselecteerd.
SAMPLE
Brandt wanneer de monstermodus is geselecteerd.
Opstarten
Het apparaat aanzetten
V O O R Z I C H T I G
Gevaar van infraroodlicht. Het infraroodlicht dat door dit instrument wordt
geproduceerd, kan leiden tot oogletsel. De infraroodlichtbron in dit instrument
wordt alleen gevoed wanneer het deksel van de meetschacht gesloten is.
1. Plaats het instrument op een vaste, vlakke ondergrond die niet trilt.
Niet in direct zonlicht plaatsen.
2. Controleer of er lucht rond het instrument kan circuleren. Houd de
achterkant van en de ruimte onder het instrument vrij van materiaal
dat de luchtstroom door de ventilatieopeningen kan verminderen.
3. Sluit het netspanningssnoer aan op de aansluiting aan de achterkant
van het apparaat.
4. Sluit de voedingskabel aan op een geaard stopcontact.
5. Druk op de aan/uit-schakelaar aan de achterkant van het apparaat
om het apparaat aan te zetten.
Geluid van toetsenbord uitschakelen (optioneel)
Standaard laat het instrument een geluid horen als er op een toets wordt
gedrukt. Om het geluid van het toetsenbord uit te schakelen:
1. Druk op SETUP (instellingen). Het SETUP-licht gaat branden.
2. Gebruik de pijltoetsen om 00 te selecteren.
3. Druk op ENTER.
4. Gebruik de pijltoetsen om de geluidsoptie te selecteren:
Optie
Omschrijving
BEEP ON (piep aan) Er klinkt een geluid wanneer er op een toets wordt
gedrukt.
BEEP OFF (piep uit) Er klinkt geen geluid wanneer er op een toets wordt
gedrukt.
Nederlands 117