Nederlands
ACCULADER
Model
Oplaadspanning
Gewicht
STANDAARD TOEBEHOREN
In aanvulling op het gereedschap (1) bevat de
verpakkingsdoos de toebehoren die in de onderstaande
tabel zijn vermeld.
1 Acculader .......................................... 1
WH14DBDL
2 Batterij ............................................... 2
WH18DBDL
WR14DBDL
3 Plastic doos ....................................... 1
WR18DBDL
4 Batterijdeksel .................................... 1
De standaard toebehoren kunnen zonder nadere
aankondiging gewijzigd worden.
EXTRA TOEBEHOREN
(los verkrijgbaar)
1. Batterij
(BSL1430, BSL1440, BSL1450) (BSL1830, BSL1840, BSL1850)
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
<WH14DBDL / WH18DBDL>
Indraaien en uitdraaien van machineschroeven,
houtschroeven, tapbouten, etc.
Voor het
laden
Tijdens
opladen
Na opladen
Het
controlelampje
licht op of
Opladen
knippert.
onmogelijk
Oververhitting
standby
49
UC18YRSL
UC18YFSL
14,4 V – 18 V
0,6 kg
0,5 kg
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde. Brandt
Knippert
ongeveer 0,5 sekonde niet. (Uit voor 0,5
(rood)
seconde)
Brandt
Blift branden
(rood)
Brandt ongeveer 0,5 sekonde. Brandt
Knippert
ongeveer 0,5 sekonde niet. (Uit voor 0,5
(rood)
sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde. Brandt
ongeveer 0,1 sekonde niet. (Uit voor 0,1
Knippert
sekonde)
(rood)
Brandt
Blift branden
(groen)
〈UC18YRSL〉
Knippert
Brandt ongeveer 1 sekonde. Brandt ongeveer
(rood)
0,5 sekonde niet. (Uit voor 0,5 sekonde)
〈UC18YFSL〉
<WR14DBDL / WR18DBDL>
Vast-en losdraaien van allerlei soorten bouten en
moeren, die gebruikt worden voor het vastzetten van
verbindingsstukken, etc.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accvergrendeling om de batterij te verwijderen (zie
Afb. 2).
LET OP
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht (zie
Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van het elektrisch gereedschap dient
de accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (Met tusserpozen van 1 sekonde)
2. Steek de batterij in het acculader.
Steek de batterij stevig in de oplader zoals in Afb. 3, 4
getoond wordt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt aangebracht,
blijft het controlelampje kontinu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (Met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1)
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
Tabel 1
Er is iets mis met de
accu of met het
oplaad-apparaaat
De batterij is oververhit.
De batterij kan niet
opgeladen worden (het
opladen wordt hervat
wanneer de batterij is
afgekoeld).