Let op
• De nauwkeurigheid van een knipperende meetwaarde die zich buiten
het meetbereik bevindt wordt niet gegarandeerd. Controleer altijd
de toestand van de patiënt voordat u beslist welke stappen u moet
ondernemen.
Opmerking:
• Als de manchet onvoldoende is opgepompt, wordt het oppompen
mogelijk automatisch opnieuw gestart terwijl de meting wordt uitgevoerd.
Functie voor detectie van onregelmatige hartslag
Als de hartslag onregelmatig wordt tijdens de meting, gaat het pictogram
voor detectie van onregelmatige hartslag branden.
Functie voor detectie van lichaamsbeweging
Als tijdens de meting lichaamsbeweging wordt gedetecteerd, wordt het
ontluchten gedurende 5 seconden gestopt en worden onder de waarde
afwisselend verschillende pictogrammen weergegeven.
Na 5 seconden wordt de meting hervat en wordt een poging ondernomen
om de meting in één cyclus te voltooien.
Opmerking:
• Wanneer de functie voor detectie van lichaamsbeweging is
ingeschakeld, wordt het pictogram voor detectie van onregelmatige
hartslag weergegeven in het meetresultaat.
Meting in "Auscultatiemodus"
In de "Auscultatiemodus" meet dit apparaat niet de bloeddruk.
Metingen moeten door een zorgverlener worden uitgevoerd met een
stethoscoop.
De zorgverlener gebruikt de stethoscoop om SYS en DIA te bepalen
aan de hand van de auscultatiemethode.
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
"0" wordt weergegeven.
2. Druk op de knop [Auscultatie].
Het auscultatiepictogram wordt
weergegeven en het apparaat gaat naar
de "Auscultatiemodus".
NL
19