NL
zaagblad en de ketting kan ertoe leiden dat de ketting breekt en/of terugslaat.
Neem de instructies van de fabrikant voor het slijpen en onderhouden van de ketting in acht. Het verminderen van de
diepte van de kettinggeleidegroef kan de kans op terugslag vergroten.
Het is verboden de zaag bloot te stellen aan neerslag en deze te gebruiken in een atmosfeer met een verhoogde vochtigheid. Het
is ook verboden de zaag te gebruiken in een atmosfeer met een verhoogd risico op brand of explosie.
Vermijd tijdens het gebruik contact met geaarde, geleidende en niet-geïsoleerde voorwerpen zoals leidingen, radiatoren of koel-
kasten. Wanneer de kettingzaag niet in gebruik is, bewaar hem dan op een droge, gesloten plaats, ontoegankelijk voor buiten-
staanders.
Gebruik een zaagketting die is aangepast aan de belasting. Gebruik geen zaagkettingen die bedoeld zijn voor licht werk, voor
zwaar werk.
Draag altijd beschermende handschoenen bij het vervangen, repareren en afstellen van de zaagketting.
Zorg er bij het transport van uw kettingzaag voor dat deze van de stroomtoevoer wordt losgekoppeld. Trek de stekker van de met
elektriciteit aangedreven kettingzagen uit het stopcontact, bij kettingzagen die zijn aangedreven door een accu, de accu loskop-
pelen. Op het zaagblad met de ketting moet de hoes worden aangebracht. Verplaats de zaag met het zaagblad naar achteren.
Draag de kettingzaag niet door ze aan het netsnoer vast te houden. Maak de stekker niet los door aan het netsnoer te trekken.
Voorkom dat de kettingzaag per ongeluk wordt ingeschakeld. Wanneer de kettingzaag wordt verplaatst die is aangesloten op het
netwerken of die een aangesloten batterij heeft, moeten de vingers ver van de schakelaar worden gehouden.
Draag altijd geschikte beschermende kleding die goed aansluiten op het lichaam.
Werk altijd met beide handen met de zaag. Zet tijdens het gebruik losse stukken hout vast, om te voorkomen dat ze bewegen,
bijvoorbeeld door ze in een zaagbok te plaatsen. Vermijd het zagen van hout op de grond. Vermijd het verwerken van hout dat
niet beschermd is tegen beweging tijdens het zagen.
Houd de kettingzaag niet boven uw schouders tijdens het werk. Werk niet met de kettingzaag als u op een ladder staat. Neem een
zodanige houding aan om te werken, dat u de armen niet over de volle lengte hoeft uit te strekken.
Houd de ketting schoon. De ketting moet worden geslepen en gesmeerd. Dit zal zorgen voor een effi ciëntere en veiligere werking.
De ketting kan worden geslepen in een gespecialiseerde dienst. Controleer de toestand van de ketting vóór elk gebruik. Als u
scheuren, gebroken tanden of andere beschadigingen vaststelt, moet u, voordat u begint te werken, de ketting vervangen door
een nieuwe.
Als er beschadigde of gebroken onderdelen van de zaag worden gevonden. U moet stoppen of niet aan het werk gaan. Bescha-
digde onderdelen moeten worden vervangen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
Gebruik de zaag zoals bedoeld, de zaag dient alleen voor het zagen van hout. Let bij het werken op metalen onderdelen of stenen
die in het bewerkte hout kunnen zitten.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het niet gebruiken van originele reserveonderdelen kan het risico op falen verhogen
en leiden tot persoonlijk letsel.
De kettingzaag mag alleen worden gerepareerd door een door de fabrikant geautoriseerd servicecentrum. Door gebruik te maken
van originele reserveonderdelen. Hierdoor wordt het risico op ongelukken en schade aan de apparatuur tot een minimum beperkt.
BEDIENING VAN HET PRODUCT
Voorb ereiding van de kettingzaag op het werk
Let op! Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact vóór alle installatie- en afstelwerkzaamheden. Verwijder beide accu's uit
het apparaat.
Monteer het zaagblad en de zaagketting vóór het eerste gebruik.
Verwijder de borgschroef van het zijpaneel en draai vervolgens aan de spanknop tot het paneel van de zaag wordt verwijderd (II).
Monteer het zaagblad en de ketting zoals op de foto (III).
Zorg ervoor dat de ketting en het zaagblad in de juiste richting zijn gemonteerd. De vorm en richting van de op de behuizing van
de kettingzaag zichtbare schakels moet overeenkomen met de vorm en richting van de ketting. Als er een aanduiding op de ket-
tingschakels zichtbaar is, moet deze dezelfde richting hebben als de aanduiding op de behuizing en het zaagblad.
Span de ketting nog niet, maar zorg ervoor dat de ketting in de zaagbladgroef raakt en de tanden op het
aandrijfwiel. Monteer het zijpaneel en draai de vergrendelknop vast. Echter zodanig, om de mogelijkheid voor de beweging van
het zaagblad niet te blokkeren. Stel de kettingspanning in door aan de kettingspanningsknop te draaien. Schroef de borgschroef
in. Controleer de kettingspanning. Leg hiervoor de kettingzaag neer en til deze op door het middelste deel van de ketting vast te
houden (IV). Tijdens
deze test moet de ketting in de houdstand van 3 tot 4 mm boven het zaagblad worden getild. Als de ketting te strak
of te zwak is aangespannen, draai dan de vergrendelknop iets los en stel de kettingspanning opnieuw in. De kettingspanning moet
ook om de 10 minuten worden gecontroleerd.
Controleer de toestand van uw kettingzaag voordat u deze op de stroomvoorziening aansluit. Als er schade wordt geconstateerd,
is het verboden om deze aan te sluiten op de stroomvoorziening voordat de schade wordt verwijderd.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
113