Bediening
Handmatige ventilatormodus
In de handmatige ventilatormodus kunt u de gewenste ventilatorsnelheid met
de hand selecteren. Als de handmatige ventilatorsnelheid is geselecteerd,
brandt de ventilator-LED. De handmatige ventilatormodus is soms beter als
de kamertemperatuur constant wijzigt door verschillende warmtebelastin-
gen.
De snelste ventilatorsnelheid wordt weergegeven met een „6", de laagste
wordt weergegeven met een „1".
➤ Tijdens de normale werking drukt u de ventilatorknop in en houdt deze in-
gedrukt om één van de zes beschikbare handmatige ventilatorsnelheden
te selecteren.
Circulatiemodus
Als het systeem is uitgeschakeld op bedieningspaneel kan de ventilator al-
leen worden gebruikt om lucht te circuleren.
➤ Als het scherm is uitgeschakeld drukt u op de ventilatorknop en houdt
deze ingedrukt totdat de vereiste snelheid in het venster verschijnt.
➤ Loslaten van de ventilatorknop.
✓ De ventilator circuleert de lucht in de geselecteerde snelheid zonder te
verwarmen of te koelen.
➤ Druk één keer op de aan/uit-knop om de circulatiemodus uit te zetten en
naar de aan-modus te gaan.
Vochtigheidsmodus
➤ In de aan-modus drukt u tegelijkertijd de aan/uit- en de omlaag-knop in.
✓ De eerste cyclus start in één minuut.
➤ Druk op de aan/uit-knop om de vochtigheidsmodus te beëindigen.
✓ De mnemotechnisch code „HU1" wordt weergeven in de vochtigheids-
modus.
Programmeermodus
I
INSTRUCTIE
Alleen in de uit-modus is er toegang tot de programmeermodus.
194
MCS5, MCH10, MCS15
NL