Stiga MP1 550 Li D48 Serie Manual De Instrucciones página 254

Til de bescherming van de aflaat achteraan
1.
(Afb.11.A) op en koppel de opvangzak (Afb.11.B)
correct vast zoals is aangeduid op de afbeelding.
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
2.
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
Voorbereiding voor het maaien en de aflaat
b.
achteraan van het gras op het terrein:
Verwijder de opvangzak en controleer dat
3.
de bescherming van de aflaat achteraan
(Afb.12.A) stabiel laag blijft gesteld.
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
4.
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
c.
van het gras (functie "mulching"):
Til de bescherming van de aflaat achteraan
1.
(Afb.13.A) op en plaats de dop van de deflec-
tor (Afb.13.B) in de aflaatopening door hem
lichtjes geheld naar rechts te houden.
Bevestig ze door de twee pinnen (Afb.13.C) in de gaten
2.
te plaatsen zodat de koppelingstand 'klikt' (Afb.13.D).
Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdeling-
3.
se aflaat: controleer dat de bescherming van de
zijdelingse aflaat (afb.12.B) laag is gesteld.
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
Til de bescherming van de af-
1.
laat achteraan op (Afb.13.A).
Druk in het midden zodat de tand
2.
wordt losgekoppeld (Afb.13.D).
Voorbereiding voor het maaien en de
d.
zijdelingse aflaat van het gras op het terrein:
Til de bescherming van de aflaat achteraan
1.
(Afb.13.A) op en plaats de dop van de deflec-
tor (Afb.14.B) in de aflaatopening door hem
lichtjes geheld naar rechts te houden.
Bevestig ze door de twee pinnen (Afb.14.C) in de gaten
2.
te plaatsen zodat de koppelingstand 'klikt' (Afb.14.D).
Til de bescherming van de af-
3.
laat achteraan op (Afb.14.A).
Plaats de zijdelingse aflaatdeflector (Afb.14.E).
4.
Sluit de bescherming van de zijdelingse aflaat
5.
(Afb.14.A) opnieuw zodat de zijdelingse aflaat-
deflector (Afb.14.E) wordt geblokkeerd.
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
Til de bescherming van de af-
1.
laat achteraan op (Afb.14.A).
Druk in het midden zodat de tand
2.
wordt losgekoppeld (Afb.14.D).
Afstelling van de maaihoogte
6.1.3
Regel de maaihoogte zoals is aangeduid in par. 5.6.
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer vóór het gebruik altijd een veiligheidscontrole uit.
Algemene veiligheidscontrole
6.2.1
Object
Handgrepen
Steel
Maai-inrichting
Achterste aflaatbeveiliging;
opvangzak
Zijdelingse
aflaatbescherming;
zijdelingse aflaatdeflector
Schakelaarbediening
Hendel aanwezigheid
operator
Bedieningshendel aandrijving
Accu
Schroeven/moeren
op de machine en op
de maai-inrichting
Doorgangen van de koellucht Niet verstopt.
Machine
Test werking van de machine
6.2.2
Actie
De machine opstar-
1.
ten (par. 6.3 ).
De maai-inrichting
2.
inschakelen (par.6.3 ).
Beide hendels aan-
3.
wezigheid operator
(afb.20.A) loslaten.
De machine opstar-
1.
ten (par. 6.3 ).
Schakel de tractie-
2.
hendel in (par.5.4).
Laat de hendel van
3.
de aandrijving los.
Rijtest
NL - 7
Resultaat
Schoon, droog.
Correct en stevig aan de
machine bevestigd.
Schoon, niet beschadigd
of versleten.
Ongeschonden. Geen
schade. Correct gemonteerd.
Ongeschonden. Geen
schade. Correct gemonteerd.
De hendel moet vrij
kunnen bewegen, zonder
geforceerd te worden, en
bij het loslaten moet deze
automatisch en snel terug in
de neutrale stand komen.
Geen schade aan het
omhulsel, geen lekken
van vloeistoffen.
Goed vastgedraaid (niet los).
Geen tekens van
beschadiging of slijtage.
Resultaat
Het display gaat aan
1.
en de machine is
klaar voor gebruik.
Het maaimechanisme
2.
moet bewegen.
De hendels moeten
3.
automatisch en snel
naar de neutrale stand
terugkeren, de motor
moet stilvallen en het
maaimechanisme
moet binnen enkele
seconden stoppen.
Het display gaat aan
1.
en de machine is
klaar voor gebruik.
De wielen doen de
2.
machine vooruit gaan.
De wielen stoppen
3.
en de machine stopt
de voortbeweging.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.