Het toestel is zwaar.
Om het apparaat te bewegen, zijn 2 personen ver-
▶
eist.
Alleen geschikte hulpmiddelen gebruiken.
▶
Het apparaat voor circulatiefunctie → Pagina 45,
▶
luchtrecyclage → Pagina 45 of luchtrecyclage
met circulatiekanaal → Pagina 45 inbouwen.
Opmerking: Het apparaat is uitsluitend bestemd
voor vlakke inbouw.
Apparaat voor circulatiefunctie met adapter inbou-
wen
Opmerking: Bij installatie direct op een niet ther-
misch geïsoleerde buitenwand of over een koude
vloer (µ ≥ 0,5 W/m² °C) adviseren wij een configura-
tie met circulatiekanaal aan.
Gebruik bij circulatiefunctie de adapter en de
1.
geurfilters.
Zorg ervoor dat de afstand tussen apparaat en
2.
achterwand van het meubel tussen de 10 en 80
mm bedraagt.
Adapter aanbrengen
Reinig en ontvet het lijmvlak rond de uitsnijding op
1.
de achterwand van het meubel.
Plaats de adapter in de uitlaatopening aan de ach-
2.
terkant van de kookplaat.
→ Fig.
40
Verwijder de beschermfolie van de zelfklevende
3.
tape van de adapter.
→ Fig.
41
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
42
Apparaat in de uitsparing in het werkblad uitlijnen
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de
1.
voeg rondom het apparaat en het werkblad op
een gelijkmatige afstand van 1,5 tot 2 mm uit.
→ Fig.
43
Verwijder de afstandshouders vóór het sluiten van
2.
de voeg.
Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
44
Adapter bevestigen
De adapter aan de middelste houder vasthouden
1.
en met de zijdelingse houders tegen de meubel-
achterwand in de onderkast schuiven en vastplak-
ken.
→ Fig.
45
Indien nodig de adapter tevens met schroeven be-
2.
vestigen.
→ Fig.
46
Apparaat voor circulatiefunctie met circulatieka-
naal inbouwen
Bij circulatiefunctie de afdichting, het circulatieka-
1.
naal, de diffusor en de geurfilters gebruiken.
De afmetingen voor de verschillende vlakkanaal-
2.
bochten in acht nemen. → Pagina 41
Afdichting bevestigen
De meegeleverde afdichting op de vlakkanaal-
▶
bocht op maximaal 5 mm van de rand bevestigen.
→ Fig.
47
Vlakkanaalbocht aanbrengen
De vlakkanaalbocht in de uitlaatopening op de
▶
achterzijde van het apparaat aanbrengen.
→ Fig.
48
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
49
Apparaat in de uitsparing in het werkblad uitlijnen
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de
1.
voeg rondom het apparaat en het werkblad op
een gelijkmatige afstand van 1,5 tot 2 mm uit.
→ Fig.
43
Verwijder de afstandshouders vóór het sluiten van
2.
de voeg.
Buizen tussen apparaat en diffusor plaatsen
De componenten van het circulatiekanaal met el-
1.
kaar verbinden.
De plattebuis-verbinders door vastklikken be-
‒
vestigen.
Schroef voor een extra bevestiging de platte-
‒
buis-verbinders met vier schroeven voor kunst-
stof PT 4x8 in elkaar.
→ Fig.
50
Het circulatiekanaal met de vlakkanaalbocht aan
2.
de achterzijde van de kookplaat verbinden.
→ Fig.
51
De diffusor met het circulatiekanaal verbinden.
3.
→ Fig.
52
Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
44
Apparaat voor circulatiefunctie inbouwen
Bij de circulatiefunctie de afdichting en de akoesti-
1.
sche filters gebruiken.
Aanwijzingen m.b.t. de luchtafvoerleiding aanhou-
2.
den. → Pagina 43
Afdichting bevestigen
De meegeleverde afdichting op de vlakkanaal-
▶
bocht op maximaal 5 mm van de rand bevestigen.
→ Fig.
47
Buizen plaatsen
De vlakkanaalbocht in de uitlaatopening op de
1.
achterzijde van het apparaat aanbrengen.
→ Fig.
48
Indien nodig extra buiselementen monteren.
2.
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
49
45