Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
44
Luchtafvoerverbinding maken
De luchtafvoerbuis bevestigen aan de bocht van
1.
de platte buis.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
2.
Verbindingspunten goed afdichten.
3.
Apparaat in de uitsparing in het werkblad uitlijnen
Lijn met de meegeleverde afstandshouders de
1.
voeg rondom het apparaat en het werkblad op
een gelijkmatige afstand van 1,5 tot 2 mm uit.
→ Fig.
43
Verwijder de afstandshouders vóór het sluiten van
2.
de voeg.
Kabel met apparaat verbinden
De langere kabel op het apparaat in een van de
1.
bedieningsknoppen steken.
→ Fig.
53
Ervoor zorgen dat de stekkers in de bussen vast-
2.
klikken.
Filter plaatsen
Opmerking: Bij circulatiefunctie het geurfilter aan-
brengen.
Bij afvoerluchtfunctie het akoestische filter aanbren-
gen.
Let op de stroomrichting van het filter.
1.
Twee van de filters links en rechts in het apparaat
2.
plaatsen en naar voren schuiven.
→ Fig.
54
De andere filters links en rechts in het apparaat
3.
aanbrengen.
→ Fig.
55
Vetfilter plaatsen
Het vetfilter plaatsen.
▶
→ Fig.
56
Ventilatierooster plaatsen
Het ventilatierooster plaatsen.
▶
→ Fig.
57
Stroom aansluiten
De aansluitgegevens op het typeplaatje in acht ne-
1.
men.
Bij 3 N de kabel volgens de afbeelding op het
2.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
58
Bij 2 N de kabel volgens de afbeelding op het
3.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
59
Bij 1 N de kabel volgens de afbeelding op het
4.
stopcontact aansluiten.
→ Fig.
60
Bij 2 L /2 N de kabel volgens de afbeelding op
5.
het stopcontact aansluiten.
→ Fig.
61
De kleuren van de kabels in acht nemen.
6.
– BN: bruin
– BU: blauw
– GN/YE: groen en geel
– BK: zwart
46
– GY: grijs
Afhankelijk van het aansluittype indien nodig de af
7.
fabriek geleverde adereindhulzen anders aanbren-
gen.
Om indien nodig twee kabels te verbinden, een
8.
adereindhuls plaatsen.
De aders inkorten.
‒
De isolatie verwijderen.
‒
Functie controleren
Het apparaat inschakelen.
1.
Indien
,
of
2.
niet juist aangesloten. → "Elektrische aansluiting
controleren en corrigeren", Pagina 46
Wanneer er geen storing op het display van het
3.
apparaat verschijnt, controleer dan de werking van
de ventilator aan de hand van de gebruiksaanwij-
zing.
Elektrische aansluiting controleren en corrigeren
Het apparaat van de stroomaansluiting loskoppe-
1.
len.
Controleren of de aansluiting op het apparaat en
2.
de aansluiting aan de zijde van het gebouw met
het aansluitschema in deze montagehandleiding
overeenkomen. → "Elektrische aansluiting voor-
bereiden", Pagina 42 → "Stroom aansluiten",
Pagina 46
Bij 3 N de volgende afbeelding in acht nemen.
3.
→ Fig.
62
Bij 2 N de volgende afbeelding in acht nemen.
4.
→ Fig.
63
Bij 1 N de volgende afbeelding in acht nemen.
5.
→ Fig.
64
Voegen verzegelen
Vereiste: Voor het voegen beslist een functietest uit-
voeren.
De spleet rondom met geschikte, hittebestendige
1.
silicone verzegelen, bijv. Novasil® S70 of Ottose-
al® S70.
→ Fig.
65
Ongeschikte siliconelijm leidt bij werkbladen van
natuursteen tot permanente verkleuringen.
De voeg gladmaken met een door de fabrikant
2.
aanbevolen middel.
Volg de aanwijzingen voor de verwerking van de
3.
siliconenlijm op.
De siliconelijm minstens 24 uur laten drogen.
4.
De droogduur is afhankelijk van de omgevings-
temperatuur.
Het apparaat pas in bedrijf nemen wanneer de sili-
5.
cone volledig is gedroogd.
Display omschakelen naar
circulatiefunctie
Indien nodig voor de circulatiefunctie het display
1.
van de elektronische regeling naar de basisinstel-
lingen omschakelen.
Het hoofdstuk "Basisinstellingen" in de gebruiks-
2.
aanwijzing in acht nemen.
Apparaat demonteren
LET OP!
Gereedschappen kunnen het apparaatframe bescha-
digen.
Het apparaat er niet van bovenaf uittillen.
▶
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcon-
1.
tact.
brandt, is het apparaat