opnieuw terugschuiven.
Waarschuwing!
Bij het starten met de trekkabelstarter kan u
aan de hand een verwonding oplopen door een
plotselinge terugstoot veroorzaakt door de aans-
laande motor. Draag bij het starten veiligheids-
handschoenen.
6.2 Belasten van de generator
•
De aan te drijven toestellen aansluiten op het
230 V ~ stopcontact (6)
Aanwijzing! Dit stopcontact mag permanent (S1)
met 650 W en kortstondig (S2) voor maximaal 2
minuten met 720 W worden belast.
•
De generator is geschikt voor toestellen die
op wisselspanning 230 V ~ draaien.
•
De generator niet aansluiten op een huis-
houdnet; daardoor kan schade aan de gene-
rator of aan andere elektrische toestellen in
het huis worden berokkend.
Aanwijzing! Elektrisch materieel kan soms (motor-
decoupeerzagen, boormachines enz.) een groter
stroomverbruik hebben als het onder verzwaarde
omstandigheden wordt gebruikt.
6.3 Motor afzetten
•
De generator kort onbelast laten draaien
voordat u hem afzet zodat het aggregaat kan
nakoelen.
•
Aan- / uit-schakelaar (5) met sleutel naar
stand „OFF" brengen.
•
Benzinekraan dichtdraaien.
Aanwijzing! De generator is voorzien van een be-
veiliging tegen overbelasting.
Die schakelt het stopcontact (6) uit. Het stopcon-
tact (6) kan opnieuw in gebruik worden genomen
door op de knop (3) van de beveiliging tegen
overbelasting te drukken.
Aanwijzing! Mocht dit geval zich voordoen, ver-
minder dan het elektrische vermogen dat u aan
de generator onttrekt of verwijder aangesloten
defecte toestellen.
Anl_BPG_850_850_1_SPK2.indb 35
Anl_BPG_850_850_1_SPK2.indb 35
NL
7. Reiniging, onderhoud, opbergen
en bestellen van wisselstukken
Zet vóór alle reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden de motor af en trek de bougiesleutel
van de bougie af.
Aanwijzing! Zet het toestel meteen af en wendt u
zich tot uw servicestation:
•
als er zich ongewone trillingen of geluiden
voordoen,
•
als de motor blijkbaar overbelast is of als u
het overslaan van de ontsteking vaststelt,
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het motorhuis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel
met een schone doek af of blaas het met per-
slucht bij lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt.
7.2 Luchtfi lter (fi g. 5/6)
De luchtfi lter moet om de 30 bedrijfsuren worden
gereinigd.
•
Verwijder het deksel van de luchtfilter (fig. 5)
•
Verwijder het filterelement (fig. 6)
•
Reinig het filterelement met zeepsop, spoel
het vervolgens met helder water door en
laat het goed drogen voordat u het opnieuw
installeert.
•
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
7.3. Bougie (fi g. 7)
Controleer de bougie voor het eerst na 10 bedri-
jfsuren op vervuiling en reinig hem, indien nodig,
m.b.v. een koperdraadborstel. Daarna de bougie
om de 50 bedrijfsuren onderhouden.
•
Trek de bougiestekker met een draaiende
bewe ging eraf.
•
Verwijder de bougie met behulp van de bijga-
ande bougiesleutel.
•
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
- 35 -
17.06.16 08:27
17.06.16 08:27