Verschil tussen grasmaaien
en gazonmulchen
Bij gebruik van de mulchkit (18) wordt het
gemaaid gras niet opgevangen in een
grasopvangbak, maar fijngehakt en over
het gazon verdeeld. De voedingsstoffen in
het maaisel worden afgebroken door bo-
demorganismen en vormen een voedings-
cyclus. Een gemulcht gazon hoeft daarom
veel minder vaak te worden bemest.
In principe moet het gazon relatief vaak
worden gemaaid, zodat er slechts kleine
hoeveelheden mulch op het gazon ach-
terblijven.
Het is daarom het beste om het gazon
minstens één keer per week te mulchen en
de maaier zo af te stellen dat slechts on-
geveer 40% van de totale hoogte van het
gazon gemulcht wordt. Als de mulch zicht-
baar blijft op het gazon (bijvoorbeeld bij
het maaien van het gazon voor de eerste
keer van het jaar of bij sterke groei), moet
de grasopvangbak (13) worden gebruikt.
Reiniging/onderhoud
Laat werkzaamheden die
niet in deze handleiding zijn
beschreven, uitvoeren door
een door ons goedgekeurd
servicebedrijf. Gebruik uitslui-
tend originele onderdelen.
Draag handschoenen als u het mes
hanteert.
Schakel het apparaat uit, trek de
contactsleutel uit (
tot het mes tot stilstand is gekomen.
Algemene reiniging en
onderhoud
• Houd het apparaat steeds schoon.
• Verwijder na het maaien alle vastkleven-
• Controleer het apparaat voor elk
• Controleer de afdekkingen en veilig-
Als het mes niet meer scherp is, kan het
door een vakbedrijf worden geslepen. Als
het mes beschadigd of vervormd is, dan
moet het worden vervangen.
1. Draai het apparaat om.
2. Doe stevige handschoenen aan en houd
10) en wacht
3. Monteer het nieuwe mes (23) in omge-
Spuit het apparaat niet
schoon met water. Er bestaat
gevaar op elektrische schok.
Gebruik voor het reinigen een borstel
of doek maar geen reinigings- of oplos-
middelen.
de plantenresten van de wielen, de venti-
latieopeningen, de grasuitworp-opening
en de messen met behulp van een stukje
hout of plastic. Gebruik geen harde of
scherpe voorwerpen, want deze kunnen
het apparaat beschadigen.
gebruik op duidelijke gebreken zoals
losse, versleten of beschadigde onder-
delen. Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven goed vastzitten.
heidsvoorzieningen op schade en losse
zit. Vervang ze indien nodig.
Mes vervangen
het mes (23) vast. Draai de mesbout (24)
met behulp van een steeksleutel (SW14)
rechtsom los van de motoras (25).
keerde volgorde. Zorg ervoor dat het
mes (23) juist is gepositioneerd (zie
afbeelding
) en dat de mesbout (24)
stevig aangespannen is.
NL
BE
71