5.1.2
Quick-Lock-koppelingen
Het gereedschap is voorzien van een vrouwelijke en een mannelijke Quick-Lock-koppeling. Quick-
Lock-koppelingen worden in elkaar gedrukt en vergrendelen dan.
Bij dubbele slangen zijn de toevoerslang en de retourslang gebundeld met trekbanden. Elk uiteinde van
de slang heeft een vrouwelijke en een mannelijke koppeling.
Zet bij het aansluiten of het loskoppelen van een gereedschap en/of een slang eerst de drukontlastklep
op de pomp in de neutrale stand. Zet na het aansluiten van de slang(en) en het gereedschap de
drukontlastklep in de bedrijfsstand om het gereedschap te kunnen gebruiken.
5.2
Koppel de hydraulische slangen
5.2.1
Algemeen
WAARSCHUWING
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit tangen en dergelijke om de hydraulische koppelingen aan te sluiten.
5.2.2
Quick-Lock-koppelingen
Zie Fig. 4
WAARSCHUWING
Controleer voordat u de hydraulische slang(en) aan de pomp koppelt altijd of de
drukontlastklep in de open stand (0) staat.
•
Draai de borgring op de vrouwelijke koppeling linksom om de sluitring te ontgrendelen.
•
Verwijder de stofkap van de vrouwelijke koppeling door de sluitring naar achteren te duwen. De
stofkap glijdt van de koppeling af.
•
Trek de stofkap van de mannelijke koppeling.
•
Controleer de koppelingen op vuil en beschadigingen en reinig ze indien nodig.
•
Duw de borgring op de vrouwelijke koppeling naar achteren.
•
Duw de koppelingen in elkaar. De borgring op de vrouwelijke koppeling vergrendelt automatisch.
•
Controleer of de koppelingen niet met normale handkracht uit elkaar kunnen worden getrokken en
draai de borgring rechtsom, zodat de sluitring wordt vergrendeld.
•
Koppel de stofkappen aan elkaar.
5.3
De hydraulische slangen ontkoppelen
5.3.1
Algemeen
VOORZICHTIG
Gebruik nooit tangen of vergelijkbaar gereedschap om de hydraulische koppelingen los te
koppelen.
5.3.2
Quick-Lock-koppelingen
Zie Fig. 5.
IPU-S
916.000.972_002
NL
13