Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
4.6 Energieniveaus
U
Het energieniveau bepaalt de intensiteit van de lichtpuls die aan de huid wordt afgegeven.
Naarmate het energieniveau stijgt, verbeteren de resultaten maar neemt ook het risico op
mogelijke bijwerkingen en complicaties toe (zie hoofdstuk 5.2 Mulige bivirkninger).
U
Het apparaat heeft 5 energieniveaus: 1 (het laagste) t/m 5 (het hoogste). Deze niveaus
worden aangeduid door 5 controlelampjes voor het energieniveau (#5). Druk op de
bedieningsknop (#3) om het niveau te wijzigen.
U
Handmatig het juiste energieniveau instellen voor uw behandeloppervlak (zie hoofdstuk
6.4 Lav en stikprøve).
U
Als de automatische instelling actief is, wordt het energieniveau ingesteld overeenkomstig
de huidskleur die het apparaat waarneemt.
4.7 Automatische en handmatige modi
Het apparaat heeft twee modi: automatisch en handmatig.
NL
Automatisch: Wanneer op de pulsknop (#7) wordt gedrukt, geeft het apparaat een puls af
op het maximale energieniveau dat geschikt is voor uw huidtype. U hoeft niet zelf het juiste
energieniveau te kiezen, dat gebeurt automatisch. Als u bijvoorbeeld huidtype 1 hebt, wordt
de puls afgegeven op energieniveau 5. Dat is namelijk het hoogste energieniveau dat voor uw
huidtype is toegestaan. Hoe donkerder de huidskleur, des te lager het energieniveau. U kunt de
verschillende huidtypen bekijken in de tabel in hoofdstuk 5. Behandeling.
Handmatig: U stelt het energieniveau handmatig in. Steeds als u op de knop drukt, neemt
het energieniveau met 1 toe. Als u het energieniveau hoger instelt dan het niveau dat voor uw
huidtype geschikt is, zal het apparaat echter geen puls afgeven en knippert het controlelampje
'Gereed' / waarschuwingslampje voor de huidskleur (#6) oranje.
4.8 Pulsen en glijden
Ongeacht of u kiest voor pulsen of glijden:
U
Voorkom het overslaan of overlappen van delen bij gebruik van het apparaat. Overlapping
verhoogt het risico op negatieve effecten.
C
Behandel dezelfde huidzone niet meer dan één keer per behandeling.
Pulsen is de beste techniek om specifieke plekken of kleine oppervlakken te behandelen.
U
Druk het behandeloppervlak (#10) tegen uw huid. Werk in rijen (zijwaarts of naar beneden,
zoals weergegeven in de afbeelding). Begin aan het ene uiteinde van de rij en werk
richting het andere uiteinde. Het behandeloppervlak (#10) creëert tijdelijke drukplekken
op de behandelde zone, zodat u kunt zien welke zones u al hebt behandeld.
U
Na elke puls verplaatst u het behandeloppervlak (#10) naar de volgende plek. Herhaal
deze pulsende bewegingen in de hele zone die u aan het behandelen bent.
A
68
Publicidad
