Bedieningpaneel
5
1.- On/off: inschakeling – uitschakeling van de installatie en selectie van de modus F4/ F0/ F5/ F1/ F2
2.-Keuzeschakelaar temperatuur (15/ 27 ºC) en luchtsnelheid Controle omgevingstempera-
tuur En snelheid ventilator (tussen 1ste en 5de versnelling) enkel in handmatige modus.
3.- Display: Scherm waarop de geselecteerde functie wordt weergegeven en de toestand van de
installatie.
4.- Keuzeschakelaar in modus F5: 30´
5.- Led : Ingeschakeld Maan-geeft tussenvermogen
Ingeschakeld Zon- geeft maximaal vermogen aan P0, p4 en f5
• Bij het uitschakelen worden de led's gecontroleerd en verschijnt op het scherm
dit uit.
Speciale berichten op het display
"Technical Control" Batterij leeg (maakt gedurende 30 s piepgeluiden en de installatie
:
schakelt zich uit)
Slecht contact tussen de kabels van de retoursonde en de gestoorde sonde.
EO:
Slecht contact tussen de kabels van de anti-bevriezingssonde en de gestoorde sonde.
E6:
NP: Laat niet toe
F5
of 1 uur.
(
De functie F5 kan enkel opnieuw worden geactiveerd wanneer de installatie functioneert in de modus
P4 of P0 en de voertuigmotor ononderbroken wordt ingeschakeld gehouden gedurende ongeveer
20 minuten – in functie van de lading en de slijtage van de accu's)
Inschakelen van de installatie
Druk voor het inschakelen van de Minicool Compact Night & Day op de knop On/off
installatie start altijd in functie
Om van functie te verwisselen moet de toets On/Off
lende functie zullen over het Display rollen. Laat de toets los voor het selecteren van de gewenste
functie.
4
3
(Zie Storingsdiagnose)
te selecteren na het verloop van de vooraf ingestelde tijd van 30 minuten
(Automatische functie).
F4
2
o 60´
automatische werking
f0, f4
:
. ingedrukt worden gehouden De verschil-
38
NL
1
-2 en gaat
. De