SIGMA ONE 230/270
MIG - Proces instellen
1
7
2
3
4
5
6
MMA - Proces instellen
1
7
2
3
6
1. Terug naar standaard besturingspaneel
2. Selecteer programma
3. Fabrieksinstellingen terughalen
Reset de gekozen programma naar de
fabrieksinstellingen.
4. Gastest
a. Instellen handmatig gas/IGC (Intelligent
Gas Control) (niet op alle versies)
b. Gastest
c. Kalibratie van IGC (niet op alle versies)
5. Instellen smoorspoel
Maakt de boog warmer/kouder tijdens het lassen
door het op- en afregelen van de druppeloverdracht.
Microspatten kunnen worden verminderd in DC. De
boogdruk en boogsnelheid kunnen worden verhoogd
door diepere inbranding in pulslassen.
6. Machine instellingen
a. Kabellengte compensatie
Voor kalibratie van de weerstand in de lastoorts.
b. Toorts
Selecteer toorts en 2-takt/4-takt schakelmodus.
8
2-takt: Lassen start wanneer de toorts-
schakelaar ingedrukt wordt. Om het lassen te
stoppen, moet de toortsschakelaar losgelaten
worden en het terugbranden start. Het is mogelijk
om tijdens de gasnastroom de machine in te
schakelen.
4-takt: Lassen start wanneer de toorts-
schakelaar ingedrukt wordt. De schakelaar kan
losgelaten worden en het lassen gaat door. Om
het lassen te stoppen moet de toortsschakelaar
opnieuw ingedrukt worden waarna het
terugbranden begint.
c. Service
Foutenlog
Stroombron
8
Draadaanvoerunit
Draadtransport enz.
Tijd & datum
Fabrieksreset
d. Taal
e. Over
Informatie over software
7. Selecteer secundaire lasparameter
Draai de knop en verplaats het groene vierkantje naar
de gevraagde parameter.
8. Instellen secundaire parameter
Zie tabel.
Instellen lasproces MIG/MMA - secundaire parameters
MIG
4
5
3
6
2
7
1
8
Parameter
1
Gas-
Gasvoorstroom zorgt voor gasbescherming voor dat
voorstroom
er wordt gelast. De gasvoorstroomtijd is de tijd waarin
de toortsschakelaar geactiveerd wordt totdat de
draadaanvoer start.
2
Softstart
Softstart verbetert de startkarakteristiek. Hiermee wordt
de snelheid waarmee de draad moet starten ingesteld.
3
Instelwaarde
Hotstart is een functie die helpt de juiste temperatuur
van de
van het smeltbad bij het begin van de las te creëren.
Hot-start
4
Hotstarttijd
Hotstarttijd is de tijd waarin lassen in hotstart actief is.
5
Downslope
De downslopetijd is ingesteld. Door de toorts-schakelaar
te activeren begint de downslope waardoor de krater
wordt gevuld.
6
Eindstroom-
De stroom wordt verlaagd van de ingestelde waarde
tijd
naar de eindstroomwaarde.
7
Eindstroom
Het lassen stopt bij een percentage van de lasstroom.
8
Gas-
De gasnastroomtijd is de tijd van het doven van de boog
nastroomtijd
tot de gasstroom gestopt is, dus gasbescherming is
verzekerd.
9
Arc power
De Arc Power-functie wordt gebruikt voor het stabiliseren
van de boog bij MMA-lassen. Dit gebeurt door de
lasstroom tijdens de kortsluitingen te verhogen. De extra
stroom wordt afgevoerd als er geen kortsluiting meer is.
* Als de waarden van de fabrieksinstellingen worden gewijzigd, veranderen de parameterpictogrammen in een
groene kleur.
** Gasvoorstroom en gasnastroom kunnen worden gereduceerd voor snellere tack welding (dit kan resulteren
in te weinig gasbescherming).
Quick Guide
MMA
4
9
3
Eenheid
Bereik
Std.*
(sec.)
0,0 - 10,0
0,2**
_ _ _
(m/min)
0,0 - 24,0
(%)
-99 - +99
0
(sec.)
0,0 – 20,0
0
(sec.)
0,0 - 10,0
0
(sec.)
0,0 - 10,0
0
(%)
1 – 100%
50
(sec.)
0 – 20
3,0**
(%)
0 – 150
25