Configuratie van de pompwerking
LET OP
Om de pompsnelheid in te stellen, zie "Pompsnelheid
instellen" op pagina 22.
Zonder kamerthermostaat
Wanneer op de unit geen kamerthermostaat is aangesloten, wordt
de pompwerking bepaald door de uitlaatwatertemperatuur.
Ga als volgt te werk om de pomp continu te laten werken wanneer
geen kamerthermostaat is aangesloten:
-
zet DIP-schakelaar SS2-3 op ON,
-
sluit klem 1-2-4 op de klemmenstrook in de schakelkast kort.
Met kamerthermostaat
Wanneer op de unit een thermostaat is aangesloten, werkt de pomp
continu wanneer de thermostaat een vraag om verwarmen of koelen
stuurt.
Configuratie installatie van de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik
Wanneer geen tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op OFF (standaard)
worden gezet.
Wanneer een tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op ON worden gezet.
Initieel opstarten bij lage buitentemperaturen
Bij de eerste keer opstarten en wanneer de watertemperatuur laag is,
is het belangrijk dat het water geleidelijk wordt opgewarmd. Anders
kan de betonnen vloer barsten door de plotse temperatuur-
verandering. Neem contact op met de verantwoordelijke aannemer
voor de betonwerken voor meer informatie.
De laagste ingestelde temperatuur van uittredend water kan worden
verlaagd tot op een waarde tussen 15°C en 25°C door de lokale
instelling
[9-01]
(onderste
veranderen. Zie "Lokale instellingen" op pagina 22.
LET OP
Verwarmen tussen 15°C en 25°C verloopt alleen door
de backupverwarming.
Controles vóór ingebruikname
Controle vóór eerste opstart
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
Controleer na de installatie van de unit de volgende punten vooraleer
de stroomonderbreker in te schakelen:
1
Lokale bedrading
Zorg dat de lokale bedrading tussen het lokale stroompaneel en
de unit en kleppen (indien van toepassing), unit en kamer-
thermostaat (indien van toepassing), en unit en tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik is uitgevoerd volgens de in
hoofdstuk
"Lokale
bedrading"
instructies, volgens de bedradingsschema's en de Europese en
nationale regelgevingen.
2
Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten vermeld in het hoofdstuk "Technische specificaties" op
pagina 35. Zorg ervoor dat er geen zekering of beveiliging is
overgeslagen.
Montagehandleiding
21
1
2
3
1
2
3
limiet
verwarmingsinstelpunt)
op
pagina 13
beschreven
3
Stroomonderbreker boosterverwarming F2B
Vergeet niet de stroomonderbreker van de boosterverwarming
F2B in de schakelkast in te schakelen (geldt alleen voor units
met optionele tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
geïnstalleerd).
4
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast zichtbaar zijn.
6
Bevestiging
Controleer of de unit correct gemonteerd is om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
7
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
8
Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer als er een koelmiddellek is.
9
Voedingsspanning
4
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
10 Ontluchtingsklep
4
Zorg ervoor dat de ontluchtingsklep open staat (minstens
2 draaien).
11 Drukveiligheidsklep
Open de drukveiligheidsklep om te controleren of het vat van de
backupverwarming volledig gevuld is met water. Er moet water
uitkomen in plaats van lucht.
De backupverwarming zal schade oplopen als u het
systeem gebruikt terwijl het vat van de backupverwarming
niet volledig gevuld is met water!
12 Afsluiters
Zorg ervoor dat de afsluiters helemaal open staan.
te
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen gebruikt,
wordt de pomp beschadigd!
Onder spanning brengen van unit
Wanneer de stroomvoorziening naar de unit wordt ingeschakeld,
verschijnt op de gebruikersinterface "88" terwijl deze wordt
geïnitialiseerd, wat tot 30 seconden kan duren. In deze fase kan de
gebruikersinterface niet worden gebruikt.
R(D/B)LQ011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW53149-1